Veiligheidsaanwijzingen bij de automatische
i
functies en alarmfuncties
Wanneer de stroom voor het weerstation uitvalt kan de besturing de aangesloten
aandrijvingen niet meer aansturen! Indien de volle functionaliteit ook bij uitgevallen
netspanning gewaarborgd moet worden, moet een noodstroomaggregaat met een
omschakeling van net- op noodbedrijf geïnstalleerd worden.
Opgeslagen instellingen in het besturingsprogramma blijven ook opgeslagen wanneer
de stroom uitvalt. Wanneer de stroom terug is, staat de besturing in de automatische
modus.
Indien de radiografische verbinding tussen het bedieningselement en het weerstation
onderbroken wordt (bijv. door een radiografische storing of lege batterijen in het bedie-
ningselement) kan er niet meer handmatig ingegrepen worden. De besturing blijft in de
actuele modus (handmatig of automatisch). De automatische modus werkt tot de radio-
grafische verbinding weer opgebouwd wordt op dezelfde manier verder, maar zonder
met de binnentemperatuur rekening te houden. Ook wanneer de handmatige modus
ingesteld is blijven de wind- en regenbeschermfuncties behouden.
Indien reinigings- of onderhoudswerkzaamheden dichtbij de knikarmschermen
of jaloezieën uitgevoerd moeten worden, dan moet de besturing (het weerstation)
spanningsvrij geschakeld worden door de geïnstalleerde zekering uit te schakelen en
tegen opnieuw inschakelen te beveiligen. Daardoor wordt gewaarborgd dat de aangesloten
aandrijvingen niet kunnen starten.
Afhankelijk van de hoeveelheid regen en de temperatuur kan het even duren voordat
het weerstation de regen herkent.
Bedenk ook dat bijvoorbeeld wanneer de stroom uitvalt en het begint te regenen een
knikarmscherm dat buiten aangebracht is niet meer automatisch ingeschoven wordt
wanneer geen noodstroomaggregaat gemonteerd is.
Let erop dat de rails van zonwerende installaties die buiten gemonteerd zijn kunnen
bevriezen. Wanneer het knikarmscherm of de jaloezie bewogen wordt, kan deze en
de aandrijving beschadigd worden.
Let er in elk geval op dat er zich geen mensen in het schuifbereik van elektrisch
bewegende installatieonderdelen bevinden (gevaar voor knellen). Neem de corres-
ponderende bouwvoorschriften in acht.
28
NL