– Tik op het camerapictogram
Keys" op pagina 26 voor meer informatie over het weergeven van de webvergaderingwerkstand.
– Start het programma Communications Utility. Zie "Lenovo-programma's vanuit het besturingssysteem
Windows 7 openen" op pagina 15.
Als de camera gestart is, gaat het groene camera-in-gebruik-lampje branden.
U kunt de ingebouwde camera ook met andere programma´s gebruiken die functies bieden zoals
fotograferen, videocapturing en videoconferencing. Om de ingebouwde camera met andere programma´s
te gebruiken, opent u een van de programma´s en start u de functie voor fotograferen, videocapturing of
videoconferencing. Vervolgens wordt de camera automatisch gestart en gaat het groene lampje voor
camera-in-gebruik branden.
Meer informatie over het gebruik van de camera met een programma vindt u in het Help-informatiesysteem
van het programma.
Camera-instellingen opgeven
U kunt de camera-instellingen aan uw wensen aanpassen, zoals het aanpassen van de kwaliteit van
de videouitvoer.
Ga als volgt te werk om de camera-instellingen op te geven:
• Windows 8.1: ga als volgt te werk:
– Configureer de camera-instellingen direct in het programma dat de camera gebruikt. Voor meer
informatie over dit programma kunt u het Help-informatiesysteem van het programma raadplegen.
– Klik in het startscherm op Lenovo Settings. Klik vervolgens op Camera. Volg de instructies op het
scherm om de gewenste camera-instellingen te configureren.
• Windows 7: start het programma Communications Utility en configureer de gewenste camera-instellingen.
Camerabewegingen gebruiken
Camerabewegingen bieden een nieuwe manier van werken met uw computer. U kunt camerabewegingen
gebruiken om in plaats van met het toetsenbord of de muis met eenvoudige handgebaren bepaalde taken uit
te voeren.
Om de camerabewegingsfunctie in te schakelen, tikt u op het camerabewegingspictogram
webvergaderingwerkstand. Raadpleeg "Overzicht van Adaptive Keys" op pagina 26 voor meer informatie
over het weergeven van de webvergaderingwerkstand. Als de camerabewegingsfunctie ingeschakeld is,
gaat de groene camerabewegingsindicator
op het pictogram.
In de volgende tabel vindt u enkele voorbeelden van camerabewegingen en de bijbehorende functies.
Opmerkingen:
• Bepaalde camerabewegingen zijn alleen beschikbaar voor bepaalde toepassingen.
• Zorg ervoor dat uw hand in het camerabereik is zodat de camera uw handbewegingen kan vastleggen.
• Als u de camerabewegingen gebruikt, houd dan een afstand van 0,5-2 meter aan tussen de camera
en uw hand.
• Mogelijk ziet uw computer er enigszins anders uit dan in de volgende afbeeldingen wordt getoond.
in de webvergaderingwerkstand. Raadpleeg "Overzicht van Adaptive
branden. Om de functie uit te schakelen, tikt u opnieuw
.
Hoofdstuk 2
De computer gebruiken
in de
53