SATEL
3. Adressering
In elk bediendeel moet een eigen individueel adres ingesteld worden:
• van 0 tot 3, indien aangesloten op een INTEGRA 24 of INTEGRA 32 alarmsysteem;
• van 0 tot 7, indien aangesloten op een INTEGRA 64, INTEGRA 128, INTEGRA 128-WRL,
INTEGRA 64 Plus, INTEGRA 128 Plus of INTEGRA 256 Plus alarmsysteem.
Standaard is het adres 0 ingesteld op alle bediendelen.
Wanneer u begint kan alleen een alarmsysteem met standaard fabriekswaarden
ondersteuning geven voor alle bediendelen aangesloten op de bus, dit onafhankelijk
van de ingestelde adressen in de bediendelen. In alle overige gevallen, zal het
alarmsysteem de werking blokkeren voor alle bediendelen met identieke adressen.
De ingestelde adressen van het bediendeel bepalen de zonenummers die worden gegeven
aan de bediendeel zones (zie de I
Plus alarmsystemen).
3.1 Programmering van bediendeel adressen bij gebruik van de service
functie
1. Raak het
weergegeven.
2. Raak het
3. Voer de service code in (standaard: 12345) en raak de
gebruikersmenu zal worden weergegeven.
4. Raak de
5. Start de Bediendeel adresseringsfunctie (S
B
.
ED
DEEL ADR
6. "Dit LCD adres (n, 0-x)" verschijnt in het display van alle bediendelen aangesloten op het
alarmsysteem (n – bediendeel adres; 0-x – bereik van ondersteunde adressen).
7. Raak de toets aan met het corresponderende adres welke in het bediendeel
geprogrammeerd moet worden.
8. Om de adres wijzig functie te beëindigen, raakt u de
automatisch beëindigd na 2 minuten vanaf het opstarten. Beëindiging van de functie is
gelijkwaardig aan het opstarten van het bediendeel (terugkeren naar het service mode
menu zal op het bediendeel gebeuren vanwaar de functie was gestart).
3.2 Programmering bediendeel adres zonder gebruik van de service
mode
Deze methode is handig wanneer – vanwege dubbele adressen – de bediendeel
ondersteuning is uitgeschakeld en het binnengaan van de service mode niet mogelijk is.
1. Verbreek de bediendeel voeding (KPD) en signaal draden CKM en DTM.
2. Sluit de bediendeel aansluitpunten CKM en DTM kort.
3. Schakel de voeding weer in.
4. Een boodschap ter indicatie van het huidige adres verschijnt op het display.
NSTALLATEURSHANDLEIDING
icoon aan in het hoofdscherm. Het "Geavanceerd" scherm zal worden
icoon aan. De terminal zal worden getoond.
toets aan. De service mode zal starten.
.).
INT-TSG
TRUCTUUR
voor INTEGRA of INTEGRA
toets aan. Het
H
I
ARDWARE
DENTIFICATIE
toets aan. De functie wordt
3