Het INT-TSG bediendeel maakt werking en programmering met de INTEGRA en INTEGRA
Plus series mogelijk voorzien van firmware versie 1.12 of nieuwer. Voor programmering van
het bediendeel, is het D
1. Eigenschappen
• 4.3" touchscreen.
• Intuïtief icoon-gebaseerd menu.
• Alarmsysteem bediening bij gebruik van macro commando's om zo een aantal
verschillende functies van het systeem te kunnen starten.
• Klant specifiek aan te passen statusscherm.
• Vertoning van een foto slideshow op de achtergrond van het statusscherm.
• LED's ter indicatie van de status van gebieden (blokken) en het systeem.
• Ingebouwde microSD kaartlezer.
• Ingebouwde zoemer
• 2 programmeerbare bedrade zones:
– ondersteuning voor NO en NC type detectoren, als ook rolluiken en trildetectoren;
– ondersteuning voor 1 EOL, 2 EOL en 3 EOL weerstandsconfiguratie (3 EOL bij gebruik
van INTEGRA Plus centrales);
– programmering van end-of-line weerstand waarden.
• Sabotagecontact reagerend op opening of verwijderen van de behuizing.
2. Installatie
Koppel altijd de voeding los voordat u enige elektrische aansluitingen te maken.
Het INT-TSG bediendeel is ontworpen voor gebruik binnenshuis. De plaats van installatie
dient leesbaar toegankelijk te zijn voor de gebruikers daarvan.
1. Open de bediendeel behuizing (zie Fig. 1). Het gereedschap om de behuizing te openen
wordt bij het bediendeel bijgeleverd.
2. Plaats de achterkant van de behuizing op de muur en markeer de locatie van de
bevestigingsgaten.
3. Boor de gaten voor de pluggen.
4. Voer de bekabeling door de opening in de muurplaat van de behuizing.
5. Gebruik de muurpluggen en schroeven en schroef de muurplaat op de muur.
6. Sluit de DTM, CKM en COM aansluitingen aan op de desbetreffende aansluitingen van
de bediendeelbus op het alarmsysteem (zie Fig. 2). Het wordt aanbevolen dat
onafgeschermde alarmkabel wordt gebruikt voor de aansluiting. Indien u twisted-pair
kabel gebruikt, onthoud dan dat de CKM (clock) en DTM (data) signalen niet in een
twisted pair kabel mag worden verzonden. De draden dienen wel in een kabel te worden
gebruikt. De lengte van de kabels mogen de 300m niet overschrijden.
7. Sluit de bekabeling aan van eventuele additionele zones indien er detectoren op worden
aangesloten (detectoren worden op dezelfde manier aangesloten als op de zones van het
alarmsysteem)
8. Sluit de voeding aan op het bediendeel (aansluitingen KPD en COM). De voeding kan
vanaf de hoofdprint of van een uitbreiding met voeding worden gehaald of vanaf een
additionele voeding.
X programma met versie 1.12.003 of nieuwer vereist.
LOAD
Houd rekening met het gaatje van het sabotage element.