De behuizing van de wasmiddella-
10.
de in het apparaat reinigen.
Schuif de wasmiddellade in het ap-
11.
paraat.
17.3 Afvoerpomp reinigen
Reinig de afvoerpomp in geval van
storingen, bijv. bij verstoppingen of
geklapper.
Afvoerpomp legen
De kraan sluiten.
1.
Reiniging en onderhoud nl
Het apparaat uitschakelen.
2.
Stekker van het apparaat van het
3.
stroomnet scheiden.
De serviceklep openen en verwij-
4.
deren.
Plaats een voldoende grote op-
5.
vangbak onder de opening.
Neem de aftapslang uit de houder.
6.
1
2
41