Met de manuele terminal kunnen RFI sleutels ingelezen of gewist worden uit de RFI 1000 / RFI 1000-2 zonder
dat U de RFI 1000 / RFI 1000-2 dient te openen. Voordat U de RFI 1000 / RFI 1000-2 kan bedienen met de
manuele terminal (RFI-Master) moet deze geprogrammeerd worden volgens de handleiding "Wijziging van
werkingsregelingen". Wanneer een RFI 1000 / RFI 1000-2 geleverd wordt met een manuele terminal, is deze
reeds geprogrammeerd.
De manuele terminal wordt bediend met 3 toetsen.
Functie van de toetsen :
1. "Pijl" toets
Met deze toets wordt het systeem ingeschakeld. Ongeveer 40 seconden na het laatste gebruik van een toets,
stopt het toestel automatisch. Wanneer deze toets wordt ingedrukt wanneer het toestel ingeschakeld is, wordt
de positie van de cijfers op de display 1 plaats naar links verschoven.
2. "+" toets
Bij elke druk op deze toets verhogen de cijfers op de display met 1.
3. Rode wistoets
Wanneer deze toets ingedrukt wordt, verschijnt er een minteken op de display. Deze dient om een RFI sleutel
te wissen, behalve het nummer op de display.
bv. het cijfer 243 moet worden ingegeven in de manuele terminal.
1. Druk op de "Pijl" toets : het systeem schakelt in.
2. 1 x indrukken van "+" toets
3. 1 x indrukken van "Pijl" toets
4. 4 x indrukken van de "+" toets
5. 1 x indrukken van de "Pijl" toets
6. 3 x indrukken van de "+" toets
1. Programmeren van openingssleutels of de programmeringsleutel via de manuele terminal.
1.1. Het cijfer, onder het welke een RFI sleutel dient geprogrammeerd te worden, wordt ingebracht in
de manuele terminal. (Op positie 0 wordt de programmeringsleutel geprogrammeerd).
1.2. De manuele terminal wordt met het bovenste gedeelte van de frontplaat voor het leestoestel
gehouden met een afstand van ongeveer 1 cm. (het te programmeren cijfer moet zichtbaar zijn op de
display). Het rode ledje knippert heel traag (2 sec. aan en 2 sec. uit). Wanneer daarentegen het rode
ledje enkel snel knippert, was er al een openingssleutel geprogrammeerd en dient deze eerst gewist te
worden. Zie Wissen van programmatie- of openingssleutel".
1.3. De manuele terminal wordt verwijderd uit de leeszone.
1.4. Een willekeurige RFI sleutel wordt ingebracht in de leeszone. Het rode ledje begint vlugger te
knipperen. Wanneer het rode ledje daarentegen snel knippert is deze RFI sleutel reeds aan een ander
nummer toegekend. Dan moet deze sleutel eerst gewist worden of er moet een andere sleutel worden
gebruikt.
1.5. De RFI sleutel wordt verwijderd uit de leeszone. Het rode ledje knippert 1 x kort en 1 x lang ter
bevestiging. De RFI sleutel is ingelezen als openingssleutel.
Instructiehandleiding voor de manuele terminal RFI-Master
Ingeven van een cijfer in de manuele terminal
Vermelding 001
Vermelding 002
Vermelding 020
Vermelding 024
Vermelding 240
Vermelding 243
-6-