6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
6.1 Instellen: Verwarmingsfuncties
Stap 1
Zet de oven aan. In het display verschijnt de standaard verwarmingsfunctie.
Stap 2
Druk op het symbool van de verwarmingsfunctie om het submenu te openen.
Stap 3
Selecteer de verwarmingsfunctie en druk op:
ratuur .
Stap 4
Instellen: temperatuur . Druk op:
Stap 5
Druk op:
Voedselsensor - u kunt de sensor op elk gewenst moment voor of tijdens het koken
aansluiten.
- druk hierop om de verwarmingsfunctie uit te schakelen.
Stap 6
Schakel de oven uit.
Doe het op een snellere manier!
6.2 Instellen: Stoomverwarmingsfunctie
Stap 1
Schakel de oven in.
Selecteer het symbool van de verwarmingsfunctie en druk erop om het submenu te
openen.
Stap 2
Druk op
Stap 3
Druk op:
Stap 4
Stel de temperatuur in.
Stap 5
Druk op:
20/56
.
. Stel de stoomverwarmingsfunctie in.
. Het display toont de temperatuurinstellingen.
.
. Op het display verschijnt: tempe‐
.