Gebruikshandleiding
U kunt de DVR anders laten reageren op videoverlies voor iedere camera. U kunt iedere camera
associëren met een andere camera, een Alarm-uitaansluiting activeren, de interne zoemer van
de DVR laten afgaan, een aantal verschillende apparaten informeren, de PTZ-camera's instellen
op voorkeursposities en/of een camera weergeven op een SPOT-monitor.
Markeer het vakje onder het kopje Opname en druk op
. Er verschijnt een lijst met camera's.
U kunt zoveel camera's associëren met deze camera als u wilt. Als de DVR beweging detecteert
op de geselecteerde camera, begint deze met opnemen vanaf alle geassocieerde camera's.
OPMERKING: Voor de actie Opname, dient u de door u geselecteerde camera in te
stellen op Gebeurtenis of Tijd en gebeurtenis in het instellingenscherm
Opnameplanning.
Markeer het vakje onder het kopje Alarm uit en druk op
. Er verschijnt een lijst met
Alarm-uitvoermogelijkheden. U kunt zoveel Alarm uit associëren met deze camera als u wilt.
Wanneer de DVR videoverlies detecteert op de geselecteerde camera, activeert deze
uitvoersignalen op alle geassocieerde Alarm-uitaansluitingen. U kunt ook de DVR de interne
zoemer laten afgaan als videoverlies plaatsvindt op de geselecteerde camera.
OPMERKING: Voor de actie Alarm uit dient u de alarmuitvoer en de pieptoon die u
selecteert instellen op Gebeurtenis in het instellingenscherm Alarm uit (tabblad
Planning).
Markeer het vakje onder het kopje Berichten en druk op
. U kunt de hele lijst Aan en Uit
schakelen door Notificatie te markeren en te drukken op
. U kunt wisselen tussen de
afzonderlijke items Aan en Uit door het betreffende item te markeren en te drukken op
.
Markeer OK en druk op
om te wijzigingen te bewaren.
OPMERKING: Voor de actie Berichten dient u het door u geselecteerde berichtenitem in
te schakelen in het instellingenscherm Berichtgeving en de DVR te registreren in de
RAS (Remote Administration System).
Figuur 87 — Video-verliesscherm Actie 2
64