zonneboiler
Beknopte handleiding
.
4. Hydraulische schakeling van de collectoren
Montage op platdak
Voor de montage op een plat dak zijn de volgende handelingen te verrichten
Houd rekening met de volgende aanwijzingen voor montage en veiligheid om persoonlijk letsel en
schade aan materiaal te voorkomen.
► Gebruik steigers, beschermwanden, veiligheidsgordels, aanleunladders of oplegladders,
schermen, dakdekkerstoelen etc. om valgevaar en het gevaar door vallende voorwerpen te
voorkomen.
► Let erop, dat er geen onderdelen van de montagesets verloren gaan. De montagesets bestaan
deels uit kleinere onderdelen zoals bijv. schroeven en moeren.
► Voer voor zover mogelijk de handelingen reeds op de grond uit.
► Verwijder het zonwerende folie op de collectoren pas na het inbedrijfnemen van het
zonnesysteem, uiterlijk echter na vier weken.
► Gebruik voor langere perioden een geschikt zonwerend zeil voor afdekking van de collector.
► Zorg dat de thermische isolatie van alle buizen en armaturen in het zonnecollectorcircuit tot 150
°C temperatuurbestendig is. De minimale dikte voor buizen met binnendiameter tot 22 mm bedraagt
20 mm (bij een warmtegeleiding van de isolatie van 0,035 W/mK). Aan de buitenzijde moet de
thermische isolatie UV-bestendig zijn.
► Gebruik bij Aqua-systemen in gebieden met kans op vorst altijd de solarleidingen SPEED of de
gegolfde solaraansluitset SPEED.
► Richt de collector indien mogelijk naar het zuiden.
► Vermijd schaduw.
► Monteer de verzamelkast van de collector altijd boven.
► Gebruik geen kunststof leidingen en persverbindingen in het zonnecollectorcircuit.
► Breng hydraulische verbindingen tot stand in het zonnecollectorcircuit met
schroefverbindingen met klemring of, indien nodig, door hardsolderen.
► Zorg bij het hardsolderen voor voldoende brandveiligheid en een voldoende
ventilatie.