2
Gebruik
Dit hoofdstuk beschrijft het normaal gebruik. Deze instructies zijn van toepassing voor de
gebruiker en de vakhandelaar.
De rolstoel wordt gemonteerd en afgesteld door Uw vakhandelaar. De instructies voor de
montage en afstelling van de rolstoel staat in § 3.
2.1
Dragen van de rolstoel
De beste manier om de rolstoel te dragen is om gebruik te maken van de wielen en zo de
rolstoel verder te rollen.
Als dit niet mogelijk is (bv. wanneer de achterwielen verwijderd zijn voor het transporteren in
de auto), grijp de rolstoel stevig vast aan de voor- en achterzijde van het frame. Gebruik de
wielen niet om de rolstoel vast te nemen.
2.2
Plaatsen van de achterwielen
2.3
Uitvouwen van de rolstoel
L
Kans op klemmen – Houd vingers niet tussen de onderdelen van
VOORZICHTIG:
de rolstoel.
1.
Plaats de achterwielen.
2.
Ga aan de achterzijde van de rolstoel staan.
3.
Vouw de rug naar achteren. (verwijs naar 2.13)
2.4
Bedienen van de rem
L
WAARSCHUWING:
Gebruik de rem enkel om te vermijden dat de rolstoel in stilstaande positie
wegrolt.
L
WAARSCHUWING:
vervuiling van de banden (water, olie, slijk, ...) – Controleer voor elk gebruik de
staat van de banden.
L
WAARSCHUWING:
gebruik de goede werking van de remmen.
1. Neem het achterwiel en druk naafknop
2. Houdt de naafknop ingedrukt en plaats het
achterwiel in de asbus tot deze niet meer verder
kan.
3. Laat de naafknop los.
4. Kijk na of het wiel goed vastzit.
De rem dient niet om af te remmen tijdens het rijden -
De werking van de handrem wordt beïnvloed door slijtage en
De rem is instelbaar en kan verlopen – Controleer voor elk
Pagina 8
Sagitta kids, Sagitta kids SI
2011-05
in.