ZELFAANDRIJVENDE HOOGWERKER LIGHTLIFT 1775
6.4.12 V
ERPLAATSING VAN DE HOOGWERKERBAK
Is de machine eenmaal correct gestabiliseerd (controleer icoon in pos. 5), dan is het mogelijk
de hoogwerkerbak in beweging te zetten.
Het is ten strengste verboden om wat voor materiaal dan ook in de hoogwerkerbak te
•
laden als de machine nog niet gestabiliseerd en geheel gesloten is. Om de bak in‑ en
uit te laden, moet de icoon in positie 6 op de radiobesturing weergegeven worden.
Het laden van materiaal in de bak wanneer deze van de grond opgetild is (bijv. vanaf
daken, balkons, enz.), veroorzaakt onvermijdelijk de kanteling van de machine en
stelt degenen die zich in de bak bevinden en het personeel op de grond bloot aan
mogelijk dodelijke risico's.
•
Het is absoluut verboden de machine te gebruiken voor het optillen van ladingen,
zowel in de bak als wanneer deze op een andere manier aan de structuur bevestigd
zijn. De machine kan twee personen (van elk 80 kg) optillen plus 70 kg.
•
Tijdens het omlaag komen van de machine ontstaat, bij de plaats waar de bovenste
armen op de onderste komen te rusten, een mogelijk risico op snijwonden dat op correc‑
te wijze gesignaleerd wordt met stickers. Het is hoe dan ook de taak van de gebruiker
om degenen die zich te dicht bij deze zone bevinden, afstand te laten houden.
•
Besteed de grootste aandacht aan obstakels die tegen diverse delen van de machine
kunnen botsten tijdens de bewegingsfase.
Alvorens ONGEACHT WELKE beweging uit te voeren, dient men te controleren of er
niets is dat tegen ONGEACHT WELK deel van de machine kan stoten, (takken, uit‑
stekende delen van constructies, enz.).
Het is absoluut verboden de machine te gebruiken door objecten in de bak te plaatsen die
de wind een groot duwoppervlak bieden (bijvoorbeeld grote uithangborden), ook al
bevindt men zich binnen de limieten van het draagvermogen van de machine.
MULL177560113
HINOWA
87