13.5 Storingzoekschema
Houd de installatie- en bedieningsintructies van
Voorzichtig
de meetversterker en regelaar aan!
Storing
1. Geen display.
Geen elektriciteitstoe-
voer naar de meetcel.
2. De meetwaarde is lager
dan de referentiemeting.
3. De gemeten waarde is
hoger dan de referentie-
meting.
4. De meetwaarde is niet
stabiel.
Oorzaak
a) Een ontsmettings- of oxidatiemiddel ontbreekt in
het monsterwater.
b) De elektrodekabel aansluiting is onderbroken.
c) Geen of te lage monsterwaterdoorstroming.
d) De meetelektroden zijn defect.
e) De meetelektroden zijn verontreinigd of passief
geworden door afzettingen.
a) De meetelektroden zijn defect.
b) De meetelektroden zijn verontreinigd of passief
geworden door afzettingen.
c) De temperatuur is gedaald sinds de kalibratie.
d) Het systeem heeft te kort gelopen voorafgaande
aan de kalibratie.
e) Ongeschikt chloreermiddel.
f)
Onjuiste fotometrische referentiemeting tijdens
kalibratie.
g) De pH-waarde voor de chloormeting is gestegen
sinds de kalibratie.
h) De hoeveelheid monsterwater is te laag ingesteld. Controleer en stel de hoeveelheid monsterwater
i)
De reinigingsvleugel is geblokkeerd.
a) De temperatuur is gestegen sinds de kalibratie.
b) De pH-waarde voor de chloormeting is gedaald
sinds de kalbiratie.
c) Interferentie door andere oxiderende middelen in
het monsterwater.
a) Interferentie op de signaalleidingen.
b) Het referentie elektrodemembraan is geblokkeerd. Reinig het membraan (aan de zijkant onderaan
c) De meetelektrode is verontreinigd of defect.
d) Het filter is verontreinigd en de hoeveelheid mon-
sterwater is daarom te laag.
Oplossing
Controleer de concentratie door het uitvoeren
van een referentiemeting. Controleer de doseer-
eenheden en activeer de dosering.
Controleer de instellingen van de meetverster-
ker.
Herstel de aansluiting. Vervang beschadigde
kabels.
Reinig het filter, controleer de doorstroming en
controleer de monsterwater inlaatdruk.
Vervangen van de meetelektrode.
Demonteer, reinig en plaats de meetelektrode
weer.
Vervangen van de meetelektrode.
Verwijder, reinig of vervang de meetelektrode.
Kalibreer opnieuw. Activeer de automatische
temperatuurcompensatie, daar waar van toe-
passing.
Laat het systeem tenminste twee uur draaien en
kalibreer opnieuw.
Gebruik uitsluitend chlooroplossingen zoals
chloorgas, natriumhypochloriet en gechloreerde
kalk. Gebruik geen organische producten zoals
trichloor isocyaanzuur, omdat deze niet geme-
ten kunnen worden wanneer deze procedure
wordt gebruikt.
Controleer de referentiemeting en voer een
andere meting uit. Herhaal de kalibratie.
Houd de pH-waarde constant.
Kalibreer opnieuw. Activeer de pH-waarde com-
pensatie.
in. Controleer het filter en reinig het indien
nodig.
Monteer de vleugel op de juiste wijze.
Kalibreer opnieuw. Activeer de automatische
temperatuurcompensatie.
Houd de pH-waarde constant.
Kalibreer opnieuw. Activeer de pH-waarde com-
pensatie, indien van toepassing.
Analyseer het monsterwater. Controleer de
gebruikte chemicaliën.
Controleer de afscherming en aansluitingen op
de versterker.
de referentie-elektrode) m.b.v. verdund zoutzuur
(10 %). Vervang indien nodig de
referentie-elektrode.
Reinig de meetelektrode m.b.v. een verdund
abrasief reinigingsmiddel. Vervang de meetelek-
trode indien nodig.
Controleer het filter en reinig het indien nodig.
21