5. Controleer de bougie visueel. Gooi de bougie weg als de isolator scheurtjes of
splinters vertoont of vervuild is. Bij hergebruik de bougie reinigen met een
staalborstel.
6. Meet de elektrodenafstand met een voelermaatje.
Corrigeer de afstand indien nodig door de massa-elektrode voorzichtig te
verbuigen.
De elektrodenafstand moet zijn:
0,7 − 0,8 mm (0,028 − 0,787 inch)
AFDICHTRING
7. Plaats de bougie met de hand om te voorkomen dat deze er scheef ingedraaid
wordt.
8. Draai een nieuwe bougie nog 1/2 slag verder met de sleutel om de afdichtring
in te drukken.
Draai een gebruikte bougie slechts 1/8 tot 1/4 slag verder om de afdichtring in
te drukken.
VOORZICHTIG:
• De bougie moet goed vastgedraaid worden. Een niet goed
vastgedraaide bougie kan erg heet worden en de motor beschadigen.
• Gebruik geen bougie met een verkeerde warmtegraad.
9. Plaats het inspectieluikje en draai de schroef vast.
10. Sluit het linker serviceluik.
46
0,7 - 0,8 mm (0,028 - 0,031 inch)
ELEKTRODENAFSTAND