Binnenunit
Vriezer
Warm-
tewisselaar
Naam
van het
Vitrinekast
luchtbe-
handelings-
gedeelte
Vorm
1
1 Handleidingen en labels
2 Aansluitstukken (geïnstalleerd op het bodemframe)
2-3 Beperkingen voor de binnenunit (Koeling
en vriezen)
• De ontwerpdruk van de binnenunit moet 2,5 MPa of meer
bedragen.
• Monteer een R410A expansieklep op elke binnenunit.
De volgende expansiekleptypes zijn toegestaan:
• Mechanische thermostatische expansiekleppen: monteer
een elektromagnetische klep voor R410A (max. differentiële
bedrijfsdruk van 3,5 MPa (35 bar) of meer) aan de primaire
zijde van de hierboven beschreven mechanische
thermostatische expansieklep voor elke unit.
• Elektronische expansieklep:
•Proportioneel type: alleen toegestaan als de bediening de
klep binnen 5 seconden kan sluiten van volledig geopend tot
volledig gesloten. Sommige proportionele kleppen kunnen
ontluchten. Monteer in dit geval een elektromagnetische klep
voor R410A (max. differentiële bedrijfsdruk van 3,5 MPa
(35 bar) of meer) aan de primaire zijde van de hierboven
beschreven expansieklep voor elke binnenunit.
• Isoleer het voelerblok van de mechanische thermostatische
expansieklep.
• Monteer een filter op de primaire zijde van de hierboven
beschreven solenoïdeklep voor elke binnenunit. Bepaal de
filtermaas op basis van de maat opgegeven voor de gebruikte
solenoïdeklep en de mechanische thermostatische expansieklep.
Indien een expansieklep van het pulserend type wordt gebruikt,
kan er geen filter worden gemonteerd in de buurt van de
expansieklep.
• Leid het pad naar de warmtewisselaar van de binnenunit zodanig
dat de koelmiddelstroom van boven naar beneden loopt.
• Bij het installeren van meerdere binnenunits moet u deze
op hetzelfde niveau installeren.
• Gebruik cyclus-uit ontdooien of ontdooien met een elektrische
verwarmer als het ontdooitype. Ontdooimodellen met heet-gas
kunnen niet worden gebruikt.
LRYEQ16A7Y1
CONVENI-PACK
4P448939-1A – 2016.07
Waar-
Afstands-
Bediening-
schu-
bediening
spaneel
wings-
(voor air
(ontdooien)
paneel
conditioner)
2
2-4 Beperkingen voor de binnenunit
(Airconditioning)
Aan te sluiten binnenunitmodellen staan vermeld in de onderstaande
tabel.
• Binnenunit voor airconditioning die kan worden aangesloten:
Capaciteitklasse
50~80
Individuele bediening met afstands
bediening is NIET toegestaan.
Beperkingen
1.
De minimale totale airconditioningcapaciteit...8 HP
(Capaciteitsklasse: 200)
2.
De maximale totale airconditioningcapaciteit...12 HP
(Capaciteitsklasse: 300)
3.
Het maximale aantal aan te sluiten binnenunits...6 of minder
VOORZORGSMAATREGELEN
1.
De binnenunit voor airconditioning werkt niet tot de koelcapaciteit
meer dan 4 HP bedraagt. Sluit om die reden afstandsbedieningen
afzonderlijk aan op de binnenunit voor minder dan 4 HP wanneer u
verwarmt/koelt. De binnenunit voor airconditioning werkt niet tot de
capaciteit van de binnenunit voor airconditioning van CONVENI-
PACK overschrijdt 3 HP bij verwarmen. Sluit om die reden
afstandsbediening afzonderlijk aan op de binnenunit voor minder dan
3 HP wanneer u de machine bedient die alleen verwarmt.
2.
Installeer de binnenunits voor de airconditioning die bediend wordt
door dezelfde afstandsbediening in dezelfde ruimte.
3.
EEN LOCATIE KIEZEN
Selecteer een plaats voor installatie die voldoet aan de volgende
condities. Verkrijg toestemming van de klant.
1.
Er kan geen brand ontstaan als gevolg van lekkage van licht
ontvlambare gassen.
2.
De uitgeblazen lucht noch het geluid voortgebracht door de unit
mogen storend werken op de omgeving.
3.
De fundering is stevig genoeg om het gewicht van de unit te dragen
en de basis is vlak om trillingen en geluidsoverlast te voorkomen.
4.
De lengte van de leidingen tussen de binnenunit en de buitenunit
mag niet groter zijn dan de toegestane leidinglengte. (Raadpleeg
"6. KOELMIDDELLEIDINGWERK")
5.
Locaties waar de luchtaanvoer- en luchtafvoeropening niet op
de wind gericht staan.
Wind die rechtstreeks in de luchtaanvoer- of luchtafvoeropening
geblazen wordt verhindert de werking van de unit.
Installeer indien nodig een soort van windscherm om de wind
af te schermen.
6.
Er is voldoende vrije ruimte rond de unit voor het onderhoud en
de luchtinlaat en -uitlaat.
(Zie de "Voorbeelden van installatieruimte" voor de minimum
ruimtevereisten.)
Voorbeelden van installatieruimte
• De vereiste installatieruimte zoals getoond in onderstaande
afbeelding is een referentie voor de koelingsfunctie wanneer
de buitentemperatuur 32°C is.
Als de ontwerpbuitentemperatuur hoger is dan 32°C is of de
warmtebelasting de maximum capaciteit in alle buitenunits
overschrijdt, een gelijkmatige grote tussenruimte aanhouden
voor de luchtaanvoer zoals getoond in onderstaande afbeelding.
• Bij het inbouwen, de units installeren aan de hand van het meest
geschikte van de patronen aangegeven in onderstaande
afbeelding voor de plaats in kwestie en houd daarbij rekening
met personenverkeer en wind.
• Als het aantal units dat geïnstalleerd wordt meer is dan het aantal
aangegeven in het patroon in onderstaande afbeelding, de units
zodanig installeren dat er geen kortsluitingen zijn.
100~250
Individuele bediening met
afstandsbediening is toegestaan.
Installatiehandleiding
4