*1 De interne indruk van de cilinder zakt wanneer er slechts weinig
koelmiddel in de cilinder resteert, waardoor de unit niet kan worden
gevuld, zelfs als de opening van de vloeistofafsluiter wordt
aangepast. In dit geval moet u de cilinder vervangen door
een waarin meer koelmiddel is.
Wanneer de leiding erg lang is en er koelmiddel wordt bijgevuld
terwijl de vloeistofafsluiter volledig is gesloten, kan het
beveiligingssysteem worden geactiveerd waardoor de
werking van de unit stopt.
1. Na het voltooien van de werkzaamheden, breng een
schroefborgmiddel aan (voor wartelmoeren) op de schroeven
van de afsluiters en de onderhoudsaansluitingen.
Raadpleeg "Voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van het deksel
van de afsluiters" en "Voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van
de onderhoudsaansluiting" in "6-6 De koelmiddelleidingen
aansluiten" voor het hanteren van de afsluiterdeksels en
servicepoorten.
2. Nadat het bijvullen van koelmiddel is voltooid, vult u het item
"totale hoeveelheid van bijgevuld koelmiddel" in. Raadpleeg
pagina 18 van deze handleiding.
[Voorzorgmaatregelen voor de koelmiddelcilinder]
Controleer bij het bijvullen van koelmiddel of er een sifonbuis in
de cilinder is. Plaats de cilinder dan zodanig dat het koelmiddel in
vloeibare toestand kan worden bijgevuld (zie de onderstaande
afbeelding).
R410A is een gemengd koelmiddel waarvan de samenstelling kan
veranderen. Het is mogelijk dat het systeem niet normaal werkt
wanneer het koelmiddel in gasvormige toestand wordt bijgevuld.
Fles met sifonbuis
Zet de cilinder rechtop en vul met koelmiddel.
(Binnenin is er een sifonbuis zodat het koelmiddel
in vloeibare toestand bijgevuld kan worden zonder
de cilinder ondersteboven te moeten zetten.)
Overige flessen
Zet de cilinder ondersteboven en vul het
koelmiddel bij.
(Zorg ervoor dat de cilinder niet
omvalt.)
[Controleren via het kijkglas]
Er is een
Vol vloeistof
Er komt alleen
beetje schuim.
maar schuim uit.
Afdichtingstoestand
Onvoldoende koelmiddel
VOORZORGSMAATREGELEN
• Draai de afsluiters aan de vloeistofzijde en de gasaanvoerzijde
volledig open nadat het koelmiddel is bijgevuld.
De compressor zal niet goed functioneren als het systeem wordt
gebruikt met de afsluiters dicht.
• Breng een schroefborgmiddel op de schroeven van de
afsluiterafdekking montagedelen en de
onderhoudsaansluitingen aan.
(Het is anders mogelijk dat er condenswater naar binnen dringt
en bevriest, waardoor de dop vervormd of beschadigd wordt,
met lekkage van koelmiddelgas of een defect van de compressor
tot gevolg.)
VOORZORGSMAATREGELEN
Wanneer het bijvullen van koelmiddel is voltooid of tijdens een pauze,
moet u de klep van de koelmiddeltank onmiddellijk sluiten, er kan extra
koelmiddel worden bijgevuld door de resterende druk. Mogelijk
gevolg: Foute hoeveelheid koelmiddel.
LRYEQ16A7Y1
CONVENI-PACK
4P448939-1A – 2016.07
Kijkglas
12. PROEFDRAAIEN
Voor de persoon die het proefdraaien uitvoert
Laat niet alleen de buitenunit proefdraaien.
Wanneer u een booster-unit aansluit, raadpleeg dan de
installatiehandleiding bij de booster-unit voordat u proefdraait.
Procedure voor proefdraaien
Gebruik de volgende procedure om het proefdraaien uit te voeren
nadat het installatiewerk van het volledige systeem is voltooid:
1.
Draai de afsluiters aan de gasaanvoer- en de vloeistofzijde
van de buitenunit volledig open.
2.
Controleer of de deksels van de elektrische accessoirekast van
de buitenunit, de binnenunit (airconditioner, koelvitrinekast,
koelunitkoeler) en de leidingafdekking van de buitenunit gesloten
zijn. Schakel vervolgens de buiten- en binnenunits (airconditioner,
koelvitrinekast, koelunitkoeler) in.
3.
Schakel de bedieningsschakelaar in via de inspectiedeur van
de buitenunit. (De buitenventilator roteert binnen ongeveer
10 minuten nadat de bedieningsschakelaar is ingeschakeld
en de compressor is gestart.)
4.
Druk op de AAN/UIT-knop op de afstandsbediening
(airconditioner) om de unit te bedienen.
5.
Controleer de afdichtingsconditie via het kijkglas van de buitenunit.
Indien er te weinig koelmiddel is, controleert u of het koelmiddel
is bijgevuld tot het gespecificeerde niveau.
6.
Controleer het volgende op elke unit.
Er moet koude lucht blazen en de temperatuur moet
zakken tot het ingestelde niveau.
De elektronische expansieklep moet worden ingesteld
Koelvitrinekast
op een geschikt aantal graden oververhit.
De unit moet beginnen met ontdooien rond de tijd
die is ingesteld op de timer.
Er moet koude lucht blazen en de temperatuur moet
zakken tot het ingestelde niveau.
De elektronische expansieklep moet worden ingesteld
Koelunitkoeler
op een geschikt aantal graden oververhit.
De unit moet beginnen met ontdooien rond de tijd
die is ingesteld op de timer.
Airconditioner
Er moet koude lucht (of warme lucht) blazen.
7.
Zet de bedieningsschakelaar uit voordat u de stroom uitschakelt.
Foutendiagnose
• Controleer het volgende als er niets wordt weergegeven
op de afstandsbediening tijdens het proefdraaien.
<Binnenunit (airconditioning)>
1. Is de stroom ingeschakeld?
2. Is de kabel stuk of slecht aangesloten (tussen de voeding,
de binnenunit en de afstandsbediening)?
3. Is de zekering op de printplaat gesmolten?
• Ga als volgt te werk als er een storingscode wordt weergegeven
op de afstandsbediening tijdens het proefdraaien.
Storingscode Defect bij installatie
E3, E4
Afsluiters gesloten
De luchtdoorlaat wordt
L4
belemmerd.
Omgekeerde fase
U1
van de voeding
U2
Spanningsval
Verkeerde bedrading van
U4, UF
transmissiekabels tussen
units
UA
In geval van systeemverschil
E2
Elektrisch lek
Te nemen maatregelen
Open de afsluiters volledig.
Verwijder obstakels die de
luchtdoorlaten blokkeren.
Wissel twee draden van
de drie voedingsdraden.
Controleer de spanningsval.
Controleer de verbinding van
transmissiekabels tussen
de buitenunit en de
airconditioner.
Controleer of de
airconditioner is aangesloten
op de correct gemonteerde
manier.
Zie *1.
Installatiehandleiding
20