*2 Zie het instructielabel op het voorpaneel van de buitenunit
(zie hieronder) voor de plaats van de onderhoudsaansluiting.
Label
Gaszijde
afsluiter
Reduceerventiel
R410A
Meter
Gebruikt voor aanvullen
van koelmiddel
Opmerking:
Procedure voor aansluiting van
drukmeter en vacuümpomp
VOORZORGSMAATREGELEN
• Voer nauwkeurig een lektest en vacuümdrogen uit via de
onderhoudsaansluitingen voor zowel de vloeistof- als
gasafsluiters.
• Gebruik vulslangen (voorzien van een drukstang) bij gebruik
van de onderhoudsaansluitingen.
In geval van mogelijke waterinsijpeling in de leidingen
Voer het hierboven vermelde vacuümdrogen eerst uit gedurende 2 uur
in de volgende gevallen:
Het product wordt geïnstalleerd in het regenseizoen en er bestaat een
risico op dauwcondensatie in de leidingen omdat de installatieperiode
lang duurt, of er bestaat een risico op insijpeling van regenwater in de
leidingen als gevolg van andere oorzaken.
Vervolgens, voeg een druk van maximaal 0,05 MPa met stikstofgas
toe (voor vacuümeliminatie) en vacuümdroog de unit tot –100,7 kPa
of minder gedurende 1 uur met een vacuümpomp
(voor vacuümdrogen).
Herhaal de vacuümeliminatie en vacuümdrogen als de druk niet –
100,7 kPa of minder wordt na een minimum van 2 uur vacuümwerking.
Laat de unit vervolgens 1 uur rusten in de vacuümtoestand en
controleer of de aflezing van de vacuümmeter niet stijgt.
9-2 Warmte-isolaties aanbrengen
• Zorg dat u de warmte-isolatie van de leidingen uitvoert na
de lektest en het vacuümdrogen.
• Zorg dat u de warmte-isolatie uitvoert van de vloeistof- en
gasleidingen van de verbindingsleidingen. Het is anders mogelijk
dat er water lekt.
• Zorg dat de vloeistof- en gasverbindingsleidingen geïsoleerd
worden. Als dit niet wordt gedaan, kan er waterlekkage optreden.
Gebruik de volgende gegevens als richtlijn bij het uitkiezen van
de dikte van de isolatie.
• Minimale ingaande temperatuur van vloeistofleiding
20°C (aircozijde)
5°C (koelingzijde)
Minimale ingaande temperatuur van gasleiding
0°C (aircozijde)
–20°C (koelingzijde)
• Verstevig het isolatiemateriaal voor de koelmiddelleidingen al
naargelang de omgeving van de thermische installatie. Het is
anders mogelijk dat er condensvorming optreedt op het
isolatiemateriaal.
LRYEQ16A7Y1
CONVENI-PACK
4P448939-1A – 2016.07
Plaats van instructielabel
Afsluiter
onderhoudsaansluiting
Vloeistofzijde
afsluiter
Vulslang
Afsluiter
Buitenunit
Naar koeling
binnenunit
Naar airconditioning
Vacuümpomp
binnenunit
Veldleidingen
• Als het condenswater op de afsluiters naar de binnenunit-kant zou
kunnen stromen via de opening tussen het isolatiemateriaal en de
leidingen, omdat de buitenunit boven de binnenunit is geïnstalleerd
of om een andere reden, moet u de vereiste maatregelen treffen
zoals stuiken van de koppelstukken (zie de onderstaande
afbeeldingen).
• Bevestig de afdekking van de leidinguitlaat bij een geopende
uitdrukopening. Als er kleine dieren via de leidinguitlaat naar
binnen kunnen komen, bedekt u de leidinguitlaat met
afdekmateriaal (niet meegeleverd) na het uitvoeren van
de stappen in "11. KOELMIDDEL BIJVULLEN" (zie de
onderstaande afbeeldingen).
Gebruik de leidinguitlaat voor werkzaamheden die vereist zijn bij
het uitvoeren van de stappen in "11. KOELMIDDEL BIJVULLEN"
(bijv. het naar binnen halen van de vulslang).
Vloeistofzijde
afsluiter
Gaszijde
afsluiter
Binnen/buiten
interunitleiding
Leiding uitvoer
openingsdeksel
Open een
uitdrukopening
in
Opmerking
• Na het uitkloppen van de openingen wordt het aanbevolen de
oneffenheden van de uitdrukopeningen bij te werken en de randen
en de gedeelten rondom de randen te verven met reparatieverf.
9-3 Controle van de apparatuur
en de installatiecondities
Controleer de volgende punten.
<Voor diegenen die de elektrische verbindingen maken>
Zie "8-3 Aansluiten van de binnenkomende kabels".
1.
Controleer op defecten in de voedingsbedrading of loszittende
moeren.
Zie "8-4 Aansluiten van de voedingskabels".
2.
Is de isolatie van het hoofdvoedingscircuit verouderd?
Meet de isolatie en controleer of de isolatie boven de normale
waarde is overeenkomstig de betreffende plaatselijke en landelijke
bepalingen.
<Voor diegenen die de leidingen aanleggen>
1.
Zorg ervoor dat de leidingdiameter correct is.
Zie "6-1 Keuze van het leidingmateriaal".
2.
Zorg ervoor dat alle isolatiewerk is uitgevoerd.
Zie "9-2 Warmte-isolaties aanbrengen".
3.
Zorg er voor dat er geen defect is in de koelmiddelleiding.
Zie "6. KOELMIDDELLEIDINGWERK".
Breeuwen, enz.
Isolatiemateriaal
Blok
Leiding vloeistofzijde
Leidingen gaszijde
Installatiehandleiding
18