OPLAADPROCES:
Controleren van de uitgangstoestand van de accu (accuanalyse)
o
Als de accu aangesloten is en de wisselstroom ingeschakeld, analyseert de lader automatisch de
toestand van de accu en test of de Soft-Start, desulfatering of de bulklaadtrap moet worden
geactiveerd.
Intelligente laadmodus
o
De lader voert automatisch de volgende stappen uit:
1.
Desulfatering
De 20% laad-led brandt.
o
Het apparaat herkent accu's met overmatige sulfaatafzetting en maakt de
o
loodsulfaatkristallen los door middel pulserende spanning en stroom.
Het apparaat brengt de elektrolytvloeistof in een goed verdeelde toestand.
o
Daardoor kan zo nodig de accucapaciteit weer worden hersteld.
o
De accuspanning stijgt langzaam.
o
2.
Soft Start
De 20% laad-led is aan.
o
De accuspanning stijgt langzaam.
o
3.
Bulklading (maximale stroom)
De 80% laad-led is aan.
o
De accu kan tot max. 80% worden opgeladen.
o
De lader levert een vaste constante stroom, totdat de accuspanning de ingestelde
o
waarde bereikt.
4.
Absorptiemodus
De 80% laad-led is aan.
o
De accu kan tot max. 95% worden opgeladen.
o
De laadsdtroom wordt zwakker en de laadspanning blijft constant op de ingestelde
o
waarde.
Accuanalyse
Het laden wordt tijdens het meten van de accuspanning voor korte tijd
o
onderbroken.
Wanneer de accuspanning te snel wegvalt is de accu waarschijnlijk defect.
o
De vol-led knippert.
o
5.
Reconditionering
De lader verhoogt de spanning om door gecontroleerde gasvorming het zuur te
o
mengen en zo de accu gelijkmatig op te laden.
De vol-led knippert.
o
6.
Float-Modus
De vol-led brandt.
o
De accu wordt met constante spanning opgeladen tot deze vol is.
o
Zodra de spanning daalt, geeft het apparaat een nieuwe laadpuls.
o
8