Speciale functies en opties
Functie Controle
Als de lichtboog wordt afgebroken en er binnen een in het Setup-menu ingestel-
afgebroken
de tijd geen geleiding tot stand komt, schakelt de stroombron zichzelf uit. Het
lichtboog
bedieningspaneel toont de servicecode "no | Arc".
Om verder te lassen, drukt u op de brandertoets of op een willekeurige toets op
het bedieningspaneel.
De instelling van de Setup-parameter Controle afgebroken lichtboog (Arc) wordt
beschreven in het deel "TIG-Setup 2nd".
Functie Ignition
De stroombron beschikt over de functie Ignition time-out.
time-out
Als er op de brandertoets wordt gedrukt, begint de gas-voorstroom meteen. Ver-
volgens wordt er begonnen met de ontstekingsprocedure. Als er binnen een in
het Setup-menu ingestelde tijd geen lichtboog tot stand komt, schakelt de
stroombron zichzelf uit. Het bedieningspaneel toont de servicecode "no | IGn".
Op de lasbrander JobMaster TIG wordt de weergave "E55" uitgegeven.
Om het opnieuw te proberen, drukt u op de brandertoets of op een willekeurige
toets op het bedieningspaneel.
De instelling van de parameter Ignition Time-Out (ito) wordt beschreven in het
deel "TIG-Setup 2nd".
TIG-pulsen
De bij het begin van het lassen ingestelde lasstroom is niet altijd tot nut voor de
volledige lasprocedure:
-
-
De functie TIG-pulsen (TIG-lassen met pulserende lasstroom) biedt een reme-
die:
een lagere grondstroom stijgt na een grote stijging tot de duidelijk hogere puls-
stroom I1 en daalt volgens de ingestelde tijd dcY (Duty-cycle) weer naar de
grondstroom I-G.
Bij het TIG-pulsen worden kleine delen van de lasplek snel versmolten. Deze
plekken stollen ook snel weer.
Bij handmatige toepassingen vindt bij het TIG-pulsen het toevoegen van de las-
draad plaats in de maximale-stroomfase (alleen mogelijk in het onderste fre-
quentiegebied van 0,25 - 5 Hz). Hogere pulsfrequenties worden meestal in geau-
tomatiseerde processen gebruikt en dienen hoofdzakelijk ter stabilisatie van de
lichtboog.
TIG-pulsen wordt toegepast bij het positielassen van stalen buizen of bij het las-
sen van dunne platen.
70
bij een te lage stroomsterkte wordt het materiaal niet genoeg versmolten,
bij oververhitting bestaat het gevaar dat het vloeibare smeltbad druppelt.