De optimale temperatuur en luchtkwaliteit
Temperatuurbeveiliging bij lage om-
gevingstemperaturen
Met een veiligheidsthermostaat wordt
voorkomen dat de temperatuur in het
apparaat te sterk daalt. Wanneer de
omgevingstemperatuur lager is dan de
temperatuur in het apparaat, schakelt
de verwarming in het apparaat in. Zo
blijft de temperatuur in het apparaat
constant. Daalt de omgevingstempera-
tuur nog verder, dan wordt het apparaat
op den duur automatisch uitgescha-
keld.
Isolatieplaten
Het apparaat beschikt over twee vaste
isolatieplaten die de binnenruimte ver-
delen in drie zones, waar u verschillen-
de temperaturen voor kunt instellen. Zo
kunt u in ieder geval drie verschillende
soorten wijn (zoals rode wijn, witte wijn
en champagne) in het apparaat bewa-
ren.
De isoleerlijsten aan de binnenkant van
de glazen deur voorkomen dat er een
temperatuuruitwisseling tussen de af-
zonderlijke temperatuurzones plaats-
vindt.
26
Het instellen van de tempera-
turen
De temperatuur kan voor elke wijnkli-
maatzone afzonderlijk ingesteld wor-
den.
Tip de sensortoets van de wijnkli-
maatzone aan waarvan u de tempera-
tuur wilt aanpassen. De toets licht
geel op.
In het display verschijnt de temperatuur
die op dat moment in de gekozen zone
heerst.
Stel met de beide toetsen onder het
display de temperatuur in.
Het aanraken van de sensortoets heeft
het volgende effect
- Temperatuur gaat omlaag.
- Temperatuur gaat omhoog.
Raak de OK-toets aan om uw keuze
te bevestigen
of
wacht ongeveer 5 seconden nadat u
voor het laatst een toets hebt aange-
raakt.