Richtlijnen voor het installeren van de
buitenunit
• Als er een muur of een ander obstakel in de weg staat van de luchtinlaat of de luchtuitlaat van de buitenunit, dient u de onder-
staande installatierichtlijnen op te volgen.
• Bij montage in situaties als weergegeven in de onderstaande afbeeldingen moet de muurhoogte aan uitlaatzijde minimaal
1200mm hoog zijn.
Muur aan een kant
Minstens 100
Zo bepaalt u de installatielocatie voor
de binnenunits
• De maximaal toegestane lengte van de koelmiddelleidingen en het maximaal toegestane hoogteverschil tussen de buiten- en bin-
nenunits zijn hieronder weergegeven.
(Hoe korter de koelmiddelleidingen, hoe beter. Maak de aansluitleidingen altijd zo kort mogelijk. Minimale toegestane leidin-
glengte per ruimte is 3m.)
Capaciteit van buiteneenheid
Leidingen naar elk van de binneneenheden
Totale lengte van leidingen tussen alle eenheden
Niveauverschil:
Max. 15m
Niveauverschil:
Max. 7,5m
(alleen
modellen met
warmtepomp)
Als de buiteneenheid hoger is geplaatst dan de binneneenheden.
■Nederlands
Minstens 350
Richting van
de lucht
1200 of
minder
Zijaanzicht
Buiteneenheid
Binneneenheid
Muren aan twee kanten
Minstens 50
Muren aan drie kanten
Minstens 50
Bovenaanzicht
2MXS52, 2AMX52, 3MXS40, 3MXS52, 3AMX52, 3MKS50, 4MKS58
Niveauverschil:
Max. 15m
Niveauverschil:
Max. 7,5m
(alleen
modellen met
warmtepomp)
Als de buiteneenheid anders geplaatst is.
(Als deze lager is dan één of meer binneneenheden)
Minstens
Minstens
350
100
Minstens 50
Bovenaanzicht
Minstens 100
Minstens 350
apparaat: mm
max. 25m
max. 50m
Buiteneenheid
Binneneenheid
5