De gasaansluiting
Voor de erkende
installateur of de door
de importeur erkende
servicemonteur
10
De installatie dient uitsluitend door een erkende
installateur danwel een door de importeur erkende
servicemonteur te worden uitgevoerd, volgens de
"Instructie voor het aansluiten van het gas en het
veranderen van de gassoort".
De afstellingsvoorwaarden van dit apparaat, bevinden
zich op het gegevensplaatje aan de achterzijde van
het apparaat. De door de fabrikant afgestelde
gassoort is met een ster (*) gemarkeerd.
Informeer, voordat u het apparaat installeert, naar de
plaatselijke distributievoorwaarden (gassoort en
gasdruk). En verzeker u ervan dat de gasafstelling van
het apparaat hierop is ingesteld. Wanneer het nodig is
de instellingen van het apparaat te wijzigen, raadpleeg
dan de "Instructies voor gasaansluiting en het
veranderen van de gassoort".
Dit apparaat is niet aangesloten op een
afvoermechanisme voor brandbare stoffen. Dit
apparaat dient te worden geïnstalleerd en
aangesloten volgens de geldende
montagevoorschriften. Sluit het apparaat niet aan op
een overbodige gasuitgang. Er dient extra aandacht
te worden besteed aan de voorwaarden met
betrekking tot de ventilatie.
De gasaansluiting dient te worden gerealiseerd
middels een vaste, niet flexibele aansluiting
(gasleiding) danwel een komfoorslang.
Indien een komfoorslang wordt gebruikt, is het van
belang dat deze op geen enkele plaats bekneld raakt.
De slang mag niet in aanraking komen met hete
oppervlakken.
De gasaansluiting (gasleiding of komfoorslang) kan
zowel aan de linker als aan de rechterzijde van het
apparaat worden aangebracht. De aansluiting dient
voorzien te zijn van een vrij en gemakkelijk te bereiken
afsluitingsmechanisme.