Mac OS X 10.4
Mac OS X 10.5 en 10.6
De installatie van DIMM-modules controleren
Controleer na het installeren van de DIMM-module of de installatie is gelukt.
1.
Schakel het product in. Controleer of het lampje Klaar op de printer gaat branden na het
opstarten. Als er een foutbericht verschijnt, is het mogelijk dat een DIMM niet goed geïnstalleerd
is. Zie
Berichten op het bedieningspaneel op pagina
2.
Druk een configuratiepagina af (zie
3.
Controleer de sectie voor het geheugen op de configuratiepagina en vergelijk deze sectie met
de configuratiepagina die is afgedrukt voordat u het geheugen hebt geïnstalleerd. Als de
hoeveelheid geheugen niet groter is, is de DIMM-module mogelijk niet op de juiste wijze
geïnstalleerd of is deze defect. Herhaal de installatieprocedure. Installeer zo nodig een andere
DIMM-module.
OPMERKING:
Geïnstall. personality's en opties op de configuratiepagina. Hier moet de nieuwe producttaal worden
vermeld.
Geheugen toewijzen
Functies of taken die u downloadt naar het apparaat, bevatten soms bronnen (bijvoorbeeld
lettertypen, macro's of patronen). Bronnen die intern als permanent worden aangegeven, blijven in
het geheugen van het apparaat totdat u het apparaat uitschakelt.
Volg de volgende richtlijnen als u gebruikmaakt van PDL (page description language) voor het
markeren van bronnen als permanent. Raadpleeg de PDL-naslaginformatie bij PCL of PS voor
technische gegevens.
●
Markeer bronnen alleen als permanent als deze per se in het geheugen moeten blijven zolang
het apparaat aan staat.
●
Verzend permanente bronnen alleen aan het begin van een afdruktaak naar het apparaat en
niet op het moment dat het apparaat bezig is met afdrukken.
NLWW
1.
Klik in het menu Apple
vervolgens op het pictogram Afdrukken en faxen.
2.
Selecteer het apparaat aan de linkerzijde van het scherm.
3.
Klik op de knop Printerinstelling.
4.
Klik op het menu Installatiemogelijkheden.
1.
Klik in het menu Apple
vervolgens op het pictogram Afdrukken en faxen.
2.
Selecteer het apparaat aan de linkerzijde van het scherm.
3.
Klik op de knop Opties en benodigdheden.
4.
Klik op het tabblad Driver.
5.
Configureer de geïnstalleerde opties.
Als u een producttaal (personality) hebt geïnstalleerd, controleert u het gedeelte
op het menu Systeemvoorkeuren en klik
op het menu Systeemvoorkeuren en klik
187.
Informatiepagina's afdrukken op pagina
150).
Instructies voor vervanging 177