Bouwlift
8.1.3 Regels voor het laden en lossen van de liftkooi
• Op laadplaatsen moeten vanaf 2,0 m valhoogte valbeveiligingen aanwezig zijn, die
personen tegen naar beneden vallen beschermen (etage-inrichting monteren).
• Schuifdeuren aan etage-inrichtingen mogen alleen na het volledige openklappen van het
laadplatform worden geopend.
• Vleugeldeuren aan etage-inrichtingen kunnen alleen geopend worden, als de liftkooi voor
de etage staat.
• De liftkooi moet steeds zo worden beladen, dat toegangen voor laden en lossen en de
bedieningsplaats vrij blijven.
• De last moet gelijkmatig over de liftkooi worden verdeeld.
• Elementen die veel ruimte in beslag nemen mogen niet uitsteken over de zijkant van de
liftkooi.
• De lading moet veilig worden geplaatst, materiaal dat weg dreigt te glijden of zou kunnen
omvallen, moet worden geborgd.
OPGELET
De hendel om de rem te lossen mag in geen geval tijdens het bedrijf worden gebruikt om de
liftkooi te laten dalen, deze is alleen bedoeld voor noodgevallen (zie hfdst. 10.1).
• De veiligheidsvoorschriften in hoofdstuk 2 dienen eveneens in acht te worden genomen.
8.2
Veiligheidscontrole
Voor werkbegin
Proefrit met lege liftkooi uitvoeren en controleren of het gehele traject van de liftkooi vrij is.
De liftkooi moet onmiddellijk stoppen, als
een NOOD-UIT-knop wordt ingedrukt.
-
een etagedeur wordt geopend.
-
de OMLAAG-eindschakelaar wordt bereikt.
-
de bovenste eindschakelaar-contactbeugel bereikt werd of de slede het uiteinde van de
-
mast heeft bereikt.
De liftkooi mag zich niet in beweging zetten, als
hij te zwaar beladen is (waarschuwingslamp aan de besturing van de liftkooi brandt).
-
er een schuifdeur of slagboom geopend is.
-
de montagebeveiliging niet is aangebracht.
-
een montagebrug geopend is.
-
de vanginrichting geactiveerd is.
-
Een schuifdeur mag alleen geopend kunnen worden, als
de liftkooi op de grond of op een etage staat.
-
Bij de GEDA MULTILIFT P6 STANDAARD mag bij de besturing van buiten (grond of etage)
de liftkooi niet automatisch verdergaan, als
• de liftkooi zich in de buurt van de grond bevindt (ca. 2 m).
Bij het dalen blijft de liftkooi boven de 2m veiligheidshoogte staan en kan pas na de
-
waarschuwingstoon, na hernieuwde activering van de Omlaag-toets, met de
grondbesturing resp. met de liftkooibesturing tot aan de grond worden bewogen.
Het stijgen met de etagebesturing is pas mogelijk boven de veiligheidshoogte van 2 m.
Montage- en bedrijfshandleiding
Pagina 57 van 90
BL 106 NL uitgave 02.2014