Bouwlift
7.3.6 NOOD-eindschakelaarbeugel
NOOD-eindschakelaarbeugel
• Als bovenste stoppunt, voordat het aandrijfrondsel de
tandheugels verlaat, moet een NOOD-
eindschakelaarbeugel (1) worden gemonteerd. Een
minimum afstand van 1,25m tot het bovenste uiteinde
van de mast moet worden aangehouden (aan deze
beugel wordt de lift gestopt door de OMHOOG-
bedrijfseindschakelaar resp. de NOOD-einschakelaar
in geval van storingen).
De mast mag tijdens bedrijf max. 1,75m boven de laatste masthouder
uit worden bereden (masthouder tot bovenkant slede). De Nood-
eindschakelaarbeugel moet navenant laag worden gezet.
7.4
Beveiliging van de laad- en losplaatsen
Op alle laad- en losplaatsen waar gevaar van een val van een hoogte van meer dan 2m bestaat,
moeten valbeveiligingen worden aangebracht om het vallen van personen te voorkomen.
Voor de gecontroleerde en gekeurde GEDA liften zijn alleen etagedeuren toegelaten, die in
combinatie met een platform een veilige overgang naar het gebouw garanderen.
De GEDA etagedeuren met het art.-nr. 01212, 01217, 29250 en 29280 zijn samen met de
GEDA MULTIFIFT P6 gecontroleerd en gekeurd en vervullen deze eisen.
INSTRUCTIE
De montage van de etage-inrichtingen is beschreven in een speciaal hiervoor meegeleverde
montagehandleiding.
Montage- en bedrijfshandleiding
Pagina 52 van 90
Afb. 40 NOOD-eindschakelaarbeugel
BL 106 NL uitgave 02.2014
1