Bouwlift
7.3.4 Opbouw van de mastdelen van 4 m tot 10 m hoogte
• Omhoog rijden en nog drie mastdelen monteren, zie ook Fig. 31 / Fig. 32.
Bij het opbouwen van de mast mag de uitstekende mast max. 5,5 m
(met max. 250 kg gewicht) boven de laatste masthouder uit bereden
worden! (bovenkant slede tot mastbevestiging)
• Verdere mastverankering installeren, zoals beschreven in hfdst. 7.3.1.
7.3.5 Opbouw van de mastdelen bij een hoogte van meer dan 10 m
De mast wordt nu door ten minste twee mastverankeringen vastgehouden, en nu kan - voor
de verdere opbouw - het platform met 500 kg worden beladen.
Vanaf de tweede masthouder (op ca. 10 m hoogte) bedraagt het
max. hefvermogen 500 kg.
• Overige mastdelen zoals hiervoor beschreven monteren.
• Overige mastverankeringen zoals hiervoor beschreven installeren.
Voor het monteren van de masthouders zo ver omhoog rijden, dat deze gemakkelijk
-
gemonteerd kunnen worden. Hierbij mag de bovenkant van de slede niet meer dan 5,50 m
(met 500 kg gewicht) boven de het laatst aangebrachte masthouder uit worden gereden.
• Overige sleepkabelgeleidingen met een afstand van ca. 6 m monteren (zie hfdst. 7.3.4).
Lengte van de sleepkabel controleren!
• De lift op deze manier tot de gewenste hoogte (max. 100m) opbouwen.
Verticale afstanden aanhouden voor:
- masthouders max. 6,0m.
- sleepkabelgeleidingen ca. 6,0m.
INSTRUCTIE
Vóór de eerste inbedrijfstelling met nieuwe mastdelen moet de tandheugel handmatig
gesmeerd worden!
Montage- en bedrijfshandleiding
Pagina 51 van 90
BL 106 NL uitgave 02.2014