4.1.7
Snelwisselsysteem
De sloop-accessoires worden bediend door middel van een meerwegklep, waardoor een snelle montage en
demontage gerealiseerd kan worden.
4.1.8
Stoel
De stoel is voorzien van een veiligheidsgordel en kan naar voren en naar achteren worden verplaatst. De stoelklasse
is EM8. Als optie kan de wiellader worden uitgerust met een comfortabele stoel met luchtvering.
Bestuurdersstoel
De standaard bestuurdersstoel kan worden aangepast aan de lengte en het gewicht van de bestuurder.
GEVAAR
Stel de bestuurdersstoel alleen af als de wiellader stilstaat. De motor moet uitgeschakeld zijn.
Armleuningen
De armleuningen kunnen desgewenst worden opgeklapt en elk apart in
hoogte worden versteld. De hoogte van de armleuningen kan worden
afgesteld door de ronde dop (zie pijl) van de afdekking te halen en de
zeskantige bout (13 mm) los te draaien die eronder zit. Stel de
armleuningen in op de gewenste hoogte (5 posities) en draai de bout weer
aan (25 Nm). Plaats de dop weer op de bout.
GEVAAR
Zet de armleuning niet in de laagste stand als de stoel is uitgerust met een riemroller, omdat de riemroller dan
mogelijk niet goed functioneert.
Controleer of de riemroller goed werkt.
Neksteun rugleuning
De neksteun van de rugleuning kan in hoogte worden versteld door hem in
stappen omhoog te trekken. Trek de neksteun over de laatste stop heen om
hem te verwijderen.
Pagina 13/80
W11 - W12S -W12F - W13F - T13F | Handleiding
April 2021