2
− knipperen van de
zones zijn overbrugd, of dat er een alarm was.
1.2 Touchscreen
Het scherm maakt communicatie tussen gebruiker en het alarmsysteem mogelijk. Het toont
informatie over de systeemstatus, en maakt het mogelijk om het alarmsysteem te bedienen
en te programmeren, maar ook om in uw woning automatiseringsapparaten te bedienen. Het
intuïtieve icoon-gebaseerde menu maakt het dagelijks gebruik daarvan gemakkelijker. Het
bediendeel biedt twee werkingsmodes:
• grafische mode – grote iconen worden zonder beschrijving getoond,
• uitgebreide mode – kleine iconen worden met beschrijving getoond.
Om de werkingsmode te wijzigen gebruikt u de volgende iconen:
– raak deze aan om over te schakelen naar de uitgebreide mode,
– raak deze aan om over te schakelen naar de grafische mode.
Deze handleiding beschrijft hoe u het bediendeel via de grafische mode kunt bedienen.
Aanraken van een icoon of icoon beschrijving toont het volgende scherm of start een
specifieke functie. Het
icoon zal het hoofdscherm weergeven.
Het scherm zal automatisch na 10 minuten uitschakelen indien deze niet gebruikt
wordt. Het scherm zal weer aangaan nadat u deze aanraakt. Het scherm zal
automatisch aangaan als een inschakel, alarm of een ander bericht weergegeven
wordt. Het bediendeel kan ook zo door de installateur geprogrammeerd worden dat
het scherm automatisch aangaat als bijv. een deur geopend word, of bij beweging
gedetecteerd door een detector, etc.
1.2.1 Statusscherm
Het statusscherm wordt getoond wanneer het bediendeel in rust is. Dit wordt automatisch
getoond indien er 60 seconden na de laatste bewerking niets is gebeurd op het scherm,
tenzij de terminal in werking is (zie p. 12). Wanneer de terminal wordt getoond, zal het status
scherm wellicht later of wellicht helemaal niet verschijnen (bijv. wanneer het service menu
geopend is).
INT-TSG
LED betekent dat er een storing in het systeem is, sommige
icoon brengt u terug naar het vorige scherm. Aanraken van het
SATEL