2. Steek de voedingsadapter in een stopcontact. Als de batterij correct
is aangesloten, knippert het batterijsymbool op het display totdat de
batterij volledig is opgeladen.
Als de batterij leeg is, schakelt de telefoon automatisch uit. Laat de
batterij niet gedurende langere tijd ontladen, anders kunnen de
kwaliteit en de levensduur van de batterij nadelig worden beïnvloed.
Gebruik alleen de door de fabrikant aanbevolen voedingsadapter om
een goede werking van de telefoon te garanderen.
6.10 Beveiligingscodes
6.10.1 Pincode
Dit is de persoonlijke identificatiecode van uw SIM-kaart en wordt
verstrekt door uw netwerkprovider.
De pincode wordt door de provider bij de SIM-kaarten geleverd.
Sommige SIM-kaarten ondersteunen deze code niet.
Als u 3 keer achter elkaar de verkeerde pincode invoert, wordt de SIM-
kaart geblokkeerd.
Deze kan ontgrendeld worden met de PUK-code. Als u de PUK-code
10 keer verkeerd invoert, wordt de SIM-kaart permanent geblokkeerd.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met met uw
netwerkprovider.
7
G
EBRUIK VAN DE TELEFOON
Een gesprek voeren
7.1
1. Druk vanuit standby op de cijfertoetsen om een
telefoonnummer in te voeren en druk vervolgens op de CALL-
toets om een gesprek te voeren.
2. Druk op PKF (rechter functietoets) om het laatste cijfer te
wissen of houd ingedrukt om alles te wissen. Als het
telefoonnummer dat u kiest wordt herkend in het telefoonboek,
wordt de naam van de persoon die in uw contacten is
opgeslagen op het telefoonscherm weergegeven.
3. Druk op de END-toets om het gesprek te beëindigen.
7.1.1 Snelkiezen vanuit de contactlijst
1. Druk in standby op PKF (rechter functietoets) om het
telefoonboek te openen.
19