Gebruiksmogelijkheden
U kunt dit apparaat gebruiken voor luchtafvoer en
circulatielucht.
Gebruik met afvoerlucht
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters gereinigd en via een
buizensysteem naar de buitenlucht
afgevoerd.
Aanwijzing. De afvoerlucht mag niet worden afgevoerd via een
in gebruik zijnde rook- of gasafvoer, noch via een schacht die
dient voor de ontluchting van ruimtes met vuurbronnen.
Komt de afvoerlucht terecht in een rook- of gasafvoer die niet
■
in gebruik is, dan dient u een vakbekwame schoorsteenveger
te raadplegen.
Wordt de afvoerlucht door de buitenmuur geleid, dan raden
■
wij u aan een telescoop-muurkast te gebruiken.
Bediening van het apparaat
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende
apparaatvarianten. Het is mogelijk dat er kenmerken worden
beschreven die niet van toepassing zijn op uw apparaat.
Aanwijzing: Schakel de afzuigkap in zodra u begint met koken
en schakel hem pas enkele minuten na het koken weer uit. Zo
wordt de keukendamp het effectiefst verwijderd.
Bedieningspaneel
Toelichting
Ventilator Uit
%
1
Ventilatiestand 1
2
Ventilatiestand 2
Naloop ventilator
r
3
Ventilatiestand 3
Intensiefstand
°
Licht Aan/Uit
B
Ventilator instellen
Aanwijzing: Pas de ventilatorstand altijd aan de actuele
omstandigheden aan. Kies bij een sterke dampvorming ook
een hoge ventilatorstand.
Inschakelen
Druk op toets 1, 2 of 3.
Ter bevestiging zijn de toets
verlicht.
Uitschakelen
%
Druk op de toets
.
6
en de ingestelde ventilatiestand
%
Gebruik met circulatielucht
De aangezogen lucht wordt door de vetfilters en
een actief koolfilter gereinigd en weer teruggeleid
naar de keuken.
Aanwijzing: Om geurtjes te voorkomen bij het gebruik van
circulatielucht, dient u een actief koolfilter te monteren. De
verschillende manieren om het apparaat met circulatielucht te
gebruiken, vindt u in het prospectus of kunt u navragen bij uw
speciaalzaak. De daartoe benodigde toebehoren zijn
verkrijgbaar bij de speciaalzaak, de klantenservice of de
Online-shop. De nummers van de toebehoren vindt u achterin
de gebruiksaanwijzing.
Naloop ventilator
De naloop van de ventilator is in elke ventilatiestand mogelijk.
Eerst de toets van de gewenste ventilatiestand 1, 2 of 3
1.
indrukken.
Om de naloop van de ventilator te activeren de toets 2
2.
2 seconden ingedrukt houden.
Ter bevestiging knipperen de toets
ventilatiestand.
Wilt u de naloop van de ventilator voortijdig beëindigen, druk
3.
dan op de toets
.
%
Aanwijzingen
De nalooptijd bedraagt voor alle ventilatiestanden
■
30 minuten. Na afloop hiervan gaan de ventilatie en
verlichting automatisch uit.
De ventilatiestand kan tijdens de nalooptijd worden
■
veranderd.
Intensief-stand
Bij sterke geur- en dampvorming kunt u de intensief-stand
gebruiken.
Om de intensiefstand te activeren de toets 3
1.
ingedrukt houden.
Ter bevestiging is de toets
Om de intensiefstand voortijdig te beëindigen, drukt u op de
2.
toets
%
.
Aanwijzing: De looptijd van de intensiefstand bedraagt
6 minuten.Na afloop hiervan schakelt het apparaat terug naar
de eerder ingestelde ventilatiestand.
Verlichting
U kunt de verlichting onafhankelijk van de ventilatie in- en
uitschakelen.
Druk op de toets
@
.
Lichtsterkte instellen
Bij het inschakelen van de verlichting de toets
ingedrukt houden. De helderheid neemt af.
Aanwijzing: Als de verlichting opnieuw wordt ingeschakeld is
weer de maximale helderheid ingesteld.
en de ingestelde
%
2 seconden
°
verlicht en knippert de toets 3
%
@
2 seconden
r
.
°