de achterste spanband moet naar beneden en
naar de buitenkant van de machine lopen.
Tips voor bediening en
gebruik
Algemene maaitips
WAARSCHUWING
Het gebruik van de motor op een helling
steiler dan 25° zal leiden tot ernstige
motorschade door onvoldoende smering.
Dit kan onder andere leiden tot vastgelopen
kleppen, krassen op de zuigers en verbrande
krukaslagers.
• Voordat u de machine op een helling of
talud gebruik moet u deze onderzoeken en
de hellingsgraad bepalen.
• Gebruik deze viertakt Honda-motor niet op
hellingen steiler dan 25°.
•
Verwijder stokken, stenen, draden, takken en
ander vuil die de maaidraad kan raken, uit het
werkgebied.
•
Zorg ervoor dat de maaidraad geen vaste
voorwerpen raakt. Maai nooit met opzet over
voorwerpen.
•
Als de maaimachine toch een voorwerp raakt en
begint te trillen, moet u meteen de motor afzetten,
de bougiekabel losmaken en de maaimachine op
beschadiging controleren.
•
De beste resultaten krijgt u door een nieuwe
maaidraad te monteren voordat het maaiseizoen
begint.
•
Vervang de maaidraad wanneer dat nodig is.
Gebruik hiervoor een Toro-maaidraad.
Gras maaien
•
U moet telkens niet meer dan ongeveer één derde
van de grassprieten afmaaien. Maai niet met een
stand lager dan 51 mm, tenzij de grasmat dun is,
of als het laat in het najaar is wanneer het gras
langzamer begint te groeien. Zie
instellen (bladz.
10).
•
Maai uitsluitend droog gras of droge bladeren. Nat
gras en natte bladeren gaan aankoeken, waardoor
de maaimachine verstopt kan raken of de motor
kan afslaan.
•
•
Bladeren fijnmaken
•
•
De maaihoogte
13
WAARSCHUWING
Als u nat gras en natte bladeren maait,
kunt u uitglijden, in aanraking komen met
de maaidraad en ernstig letsel oplopen.
Maai uitsluitend in droge omstandigheden.
Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor
wordt het maaisel beter over het gazon verstrooid,
zodat het gazon gelijkmatig wordt bemest.
Als u met het uiterlijk van het voltooide gazon niet
tevreden bent, probeer dan een of meer van de
volgende stappen:
– De maaidraad vervangen.
– Loop langzamer tijdens het maaien.
– Stel de maaimachine in op een hogere
maaihoogte.
– Maai het gras vaker.
– Laat de maaibanen overlappen in plaats van
steeds een volledig nieuwe baan te maaien.
Na het maaien moet altijd 50% van het gazon
zichtbaar blijven door de bladerlaag. Dit kan een of
meerdere rondgangen over de bladeren vereisen.
Als de maaimachine de bladeren niet fijn genoeg
maakt, is het beter om wat langzamer te maaien.