-
T R I O
I N S TA L L AT I E H A N D L E I D I N G
➠
Zet het toestel op de bestemde plek.
Let op - Plaats het toestel op een afstand van minimaal 40 mm vanaf de achterwand;
- Dek het toestel en het afvoermateriaal niet af en/of pak deze niet in met een isolatiedeken of enig ander materiaal.
6.5 Verbrandingsgasafvoer- / verbrandingsluchttoevoersysteem
6.5.1 Algemeen
Het toestel is van het type C11/C31.
Het toestel wordt aangesloten op een gecombineerd verbrandingsgasafvoer-/verbrandingsluchttoevoersysteem,
hierna te noemen het concentrische systeem.
De doorvoer naar buiten kan zowel met een geveldoorvoer (zie paragraaf 6.5.2) als met een dakdoorvoer (zie hier-
voor paragraaf 6.5.3) worden uitgevoerd.
Eventueel kan gebruikt gemaakt worden van een bestaand afvoerkanaal (zie paragraaf 6.5.4).
Let op - Gebruik uitsluitend het door DRU geleverde concentrische systeem (Ø100 / Ø150 mm). Dit systeem is samen met het
toestel gekeurd;
DRU kan de goede en veilige werking van andere systemen niet garanderen en hiervoor geen verantwoordelijkheid
accepteren.
- Gebruik voor aansluiting op een bestaand schoorsteenkanaal uitsluitend de door DRU geleverde aansluitset.
Het concentrische systeem wordt opgebouwd vanaf (de afvoerstomp van) het toestel.
Als door bouwkundige omstandigheden het concentrische systeem eerst wordt geplaatst, kan het toestel later met
een telescopisch pijpstuk worden aangesloten.
!Tip
DRU raadt plaatsing van het telescopische pijpstuk niet aan omdat dit zichtbare pijpstuk niet in kleur leverbaar is en
het geen mooi geheel vormt met het toestel.
6.5.2 Toepassing met geveldoorvoer
6.5.2.1 Opbouw concentrische systeem met geveldoorvoer
Het concentrische systeem met geveldoorvoer moet aan de volgende voorwaarden voldoen (zie
- Op het toestel dient eerst minimaal 1 meter concentrische pijp verticaal aangesloten te worden;
- De totale verticale pijplengte mag maximaal 4 meter bedragen;
- Op het verticale deel wordt een 90° bocht aangesloten;
- Er is alleen maar muurdoorvoer toegestaan.
Onder deze voorwaarden dient u de restrictieschuif op 60 mm af te stellen (zie hiervoor paragraaf 6.7);
6.5.2.2 Plaatsen concentrische systeem met geveldoorvoer
Ga als volgt te werk bij het plaatsen van het concentrische systeem:
➠
Bouw het systeem op vanaf (de aansluitstomp van) het toestel.
Let op - Houd een afstand van minimaal 50 mm aan tussen de buitenkant van het concentrische systeem en de wanden
en/of het plafond;
- Gebruik hittebestendig isolatiemateriaal bij doorvoer door brandbaar materiaal;
- De rozet (montagebinnenplaat) van de geveldoorvoer is te klein om de opening van Ø 250 mm bij doorvoer door
brandbaar materiaal af te dichten. Daarom moet eerst een hittebestendige tussenplaat van voldoende grootte op
de muur worden bevestigd. Vervolgens wordt de rozet op de tussenplaat gemonteerd.
!Let op Sommige hittebestendige isolatiematerialen bevatten vluchtige componenten, die langdurig een onaangename geur
verspreiden; deze zijn niet geschikt.
➠
Verwijder de bovenplaat van het toestel; deze is los
geplaatst;
➠
Verwijder het afdekplaatje door het losdraaien van
de 2 parkers (zie
Foto 1
);
➠
Plaats een gelakt pijpstuk op het toestel;
➠
Breng een gelakte klemband met siliconen afdicht-
ring aan op de verbinding tussen toestel en pijpstuk;
➠
Zet het afdekplaatje weer vast met behulp van de 2
parkers;
➠
Plaats de bovenplaat voorzichtig op het toestel, zo-
dat het gelakte pijpstuk niet wordt beschadigd;
➠
Sluit zonodig de vertikale (gelakte) concentrische
pijpstukken aan;
➠
Sluit de gelakte bocht aan;
➠
Sluit zonodig de horizontale (gelakte) concentrische
pijpstukken aan;
Fig. 2
Fig.
2):
5
NL