-
T R I O
I N S TA L L AT I E H A N D L E I D I N G
11. Storingen
In de onderstaande tabel vindt u een overzicht van storingen die kunnen optreden, de mogelijke oorzaak en de
oplossing
Probleem
A. Geen transmissie
(motor draait niet)
B. Geen ontsteking (vonk) 1. Ontstekingskabel ligt over
C. Geen waakvlam
D. Waakvlam brandt maar
er is geen gasstroom
naar de hoofdbrander
Tabel 4: diagnose van storingen
Mogelijke oorzaak
1. Lege batterijen.
2. Ontvanger beschadigd.
3. Afstandsbediening beschadigd. 3. Vervang de afstandsbediening.
4. Motorkabel bij het gasregel-
blok gebroken.
en/of langs metalen delen.
2. Ontstekingspen gecorrodeerd. 2. Vervang de ontstekingspen.
1. Lucht in de waakvlamleiding.
2. Geen vonk bij de waakvlam-
brander.
3. Spuitstuk verstopt
1. Knop A op gasregelblok staat
in
stand.
2. Knop B op gasregelblok staat op
waakvlam stand ● (zie
Foto
15).
5
3. Voordruk van het gas te laag.
4. Beschadigde magneetklep.
Oplossing
1. Vervang de batterijen.
!Let op Voorkom kortsluiting tussen de batterijen
en metalen delen van het toestel.
2. Vervang de ontvanger.
4. Vervang de motorkabel.
1. Leg de ontstekingskabel niet over en/of langs
metalen delen. Dit verzwakt de vonk.
Vervang zonodig de ontstekingskabel.
1. Spoel de leiding of start het ontstekingsproces
meerdere keren.
2. Controleer of de onstekingskabel vrij ligt van
metalen delen.
Leg deze zonodig vrij;
- Vervang zonodig de ontstekingskabel
- Vervang zonodig de ontstekingspen
3.1 Reinig het spuitstuk
3.2 Vervang zonodig het spuitstuk
1. Draai knop A naar
stand; zie
2. Verhoog de vlamhoogte door knop B linksom
te draaien of op de knop ▲ van de afstands-
bediening te drukken.
3. Controleer de voordruk.
Schakel zonodig het energiebedrijf in.
4. Vervang het gasregelblok.
Foto 15
15
NL