-
T R I O
I N S TA L L AT I E H A N D L E I D I N G
➠
Schuif de deksel terug.
➠
Plaats de ontvanger in de houder met de sensor naar
voren gericht.
!Let op Batterijen vallen onder "klein chemisch afval" en mo-
gen dus niet bij het huisvuil.
8.
Eindcontrole
Ter controle van de goede en veilige werking van het
toestel dient u de onderstaande controles uit te voe-
ren vóór ingebruikname.
8.1 Gasdichtheid
Let op Alle aansluitingen dienen gasdicht te zijn.
!Let op Het gasregelblok mag aan een druk van maximaal 50
mbar blootgesteld worden.
➠
Controleer de aansluitingen op gasdichtheid.
8.2 Gasdruk / voordruk
De branderdruk is fabrieksmatig afgesteld; zie typeplaatje. Controle van de branderdruk is niet nodig.
De voordruk in huisinstallaties dient wel gecontroleerd te worden omdat deze kan variëren.
➠
Controleer de voordruk; zie
➠
Neem contact op met het energiebedrijf als de voordruk niet klopt.
8.3 Ontsteking waakvlam- en hoofdbrander
Zie voor het aansteken van de waakvlam- en hoofdbrander de Gebruikershandleiding, hoofdstuk 4, Bediening.
Let op Wacht altijd 5 min. na het doven van de waakvlam voordat u het toestel opnieuw ontsteekt.
8.3.1 Waakvlam
➠
Controleer de ontsteking van de waakvlam.
- de waakvlambrander dient bij de eerste poging te starten.
Als de waakvlam niet brandt, dan
➠
Controleer of de ontsteking vonkt:
a) Zo nee, dan ligt de ontstekingskabel waarschijnlijk niet vrij van metalen delen;
b) Zo ja, dan zit er waarschijnlijk lucht in de leiding.
➠
Ontlucht eventueel de leiding en/of
➠
Leg de ontstekingskabel vrij van metalen delen.
8.3.2 Hoofdbrander
De hoofdbrander wordt ontstoken met knop B op het gasregelblok. Knop B kan zowel met de afstandsbediening als
handmatig bediend worden; zie hiervoor de Gebruikershandleiding, hoofdstuk 4, Bediening.
Let op De brander moet vloeiend ontsteken en mag niet ploff en door vertraagd ontsteken.
➠
Controleer het functioneren van de hoofdbrander
vanuit de waakvlam stand:
- na het openen van de gasklep moet de hoofdbran-
der binnen enkele seconden branden.
Als de hoofdbrander niet brandt, dan:
➠
Controleer of knop A op het gasregelblok in de
stand staat;
➠
Controleer of de ruimte rond de waakvlam vrij is;
➠
Controleer de plaatsing van de houtset.
➠
Verhelp eventueel bovenstaande fouten.
➠
Test de hoofdbrander 5x op de goede werking.
Foto 15
Foto 16
voor de meetnippel op het gasregelblok.
Foto 16
13
NL