Beschrijving van de parameters
Parameter 2 – Achtergrondverlichting
Het display is voorzien van achtergrondverlichting om
het aflezen van informatie te vergemakkelijken.
• De achtergrondverlichting schakelt in wanneer aan
de instelknop wordt gedraaid of op een toets wordt
gedrukt.
• Om de batterijen te ontzien, schakelt de
achtergrondverlichting uit wanneer er gedurende
ca. 7 seconden niets met de radiatorthermostaat is
gedaan.
Parameter 3 t/m 5 – Vensterfunctie
Om energie te besparen, sluit de radiatorthermostaat
de radiatorkraan wanneer u een raam opent en de
temperatuur daardoor sterk daalt.
Wanneer u het raam sluit en de temperatuur daardoor
weer stijgt, wordt de radiatorkraan weer door de
radiatorthermostaat geopend.
Wanneer de duur van de vensterfunctie
(standaardinstelling: 30 minuten) is verlopen, wordt weer
de op de huidige ingestelde ruimtetemperatuur geregeld.
Tijdens de vensterfunctie is de vorstbeveiliging actief.
Parameter 6 – Kraanslag
De radiatorthermostaat werkt af fabriek met de optimale
slag voor de radiatorkraan.
Wanneer de volledige slag moet worden benut of de
kraan niet volledig opent, kan de volledige slag worden
geselecteerd.
Parameter 7 – Temperatuurweergave op het
display
• In de standaardinstelling wordt op het display de
ingestelde ruimtetemperatuur weergegeven.
• In de instelling "gemeten temperatuur" wordt op het
display de gemeten ruimtetemperatuur weergegeven.
Door aan de instelknop te draaien of op de toets
te drukken wordt omgeschakeld naar de ingestelde
temperatuur. Zo nodig kan de temperatuur nu
opnieuw worden ingesteld. Na ca. 3 seconden
schakelt de weergave weer over naar de gemeten
temperatuur.
Afhankelijk van de warmte-invloed van de radiator
kan de door de radiatorthermostaat weergegeven
"gemeten temperatuur" afwijken van de op een
andere plaats in de ruimte gemeten temperatuur.
Parameter 8 – Temperatuuroffset
Omdat de radiatorthermostaat de ruimtetemperatuur bij
de radiator meet, kan deze temperatuur afwijken van de
temperatuur gemeten op een andere plaats in de ruimte.
Wanneer in de ruimte bv. 20 °C wordt gemeten en bij de
radiator 21,0 °C, kan dit effect worden gecompenseerd
met een offset van –1,0 °C.
Parameter 10 – Weergave van de kraanstand
Wanneer deze parameter is geactiveerd (instelling "1"),
wordt korte tijd de berekende kraanstand weergegeven
(0 ... 100% geopend).
Na ca. 3 minuten verschijnt weer de hoofdweergave.
Selecteer, om direct terug te keren naar de
hoofdweergave,
afsluiten
op de toets
.
Parameter 11 – Herkenning vensterfunctie
• Bij aansluiting van een raamcontact wordt de
parameter automatisch op "2" (bekabeld) ingesteld.
De vensterfunctie wordt dan aangestuurd met het
raamcontact.
• Wanneer geen raamcontact is aangesloten, moet de
instelling "0" of "1" zijn geselecteerd.
6. Overige functies
Handmatige wijziging van de ingestelde
ruimtetemperatuur
De ingestelde ruimtetemperatuur kan te allen tijde
met de instelknop worden gewijzigd. De gewijzigde
insteltemperatuur geldt tot aan het volgende
schakelpunt.
Het symbool
geeft aan, dat de temperatuur
handmatig is gewijzigd. Bij het volgende schakelpunt
verdwijnt het symbool.
Wanneer de instelknop zover linksom wordt gedraaid,
dat
verschijnt, wordt de kraan permanent gesloten.
off
In deze instelling is het tijdprogramma van het centrale
bedieningstoestel voor deze radiatorthermostaat niet
meer actief. De vorstbeveiliging blijft wel actief, mits de
verwarming is ingeschakeld.
9
met de instelknop en druk