5.10 Aanvullende instructies
•
!Let op
•
!Tip
Voor dit toestel zijn verlengpoten verkrijgbaar.
Ø
Bevestig het toestel aan de wand d.m.v., eventueel op het toestel voorgemonteerde, muurbeugels (B)
(zie Bijlage 3, afb.1).
5.11 Ruit
•
!Let op
•
5.11.1 Verwijderen ruit
Voor het verwijderen van het glasraam volgt u onderstaande stappen (zie Bijlage 3, afb. 6 t/m 11):
Ø
Verwijder de eventueel aanwezige verticale sierstrips (S) aan weerszijden vlak tegen de omlijsting van de ruit door
deze voorzichtig zijwaarts naar binnen te kantelen en eruit te tillen (zie Bijlage 3, afb. 6).
Ø
Draai de bout (T) in het borgbeugeltje (U) 3 slagen los (zie Bijlage 3, afb. 7 (1)).
Ø
Draai het borgbeugeltje (U) een kwartslag naar links. Hiermee wordt de hendel (X), waarmee de ruit geopend kan
worden, ontgrendeld.
Ø
Trek met de wijsvingers de hendel (X) naar beneden en schuif de hendel onderlangs 180° naar rechts
(zie Bijlage 3, afb. 7 (2 en 3)).
Druk de ruit aan terwijl de hendel (X) naar rechts geschoven wordt. Zo wordt voorkomen, dat de ruit naar voren
!Let op
valt en beschadigt.
Ø
Trek de ruit aan de twee lipjes, die zich aan de linker- en rechterbovenzijde op de omlijsting van de ruit bevinden,
naar voren totdat het niet verder kan (zie Bijlage 3, afb. 8).
Ø
Houdt de ruit aan beide zijkanten vast en trek de ruit maximaal 1 cm naar u toe (zie Bijlage 3, afb. 9).
Ø
Druk de ruit licht naar beneden en duw de ruit in de speciale uitsparingen (P). De ruit staat nu in de 'parkeerstand'.
Wees er zeker van dat de ruit in de 'parkeerstand' (P) staat door de ruit voorzichtig van u af te duwen waardoor de
!Let op
ruit omhoog gaat. Als de ruit niet naar beneden zakt, staat deze in de 'parkeerstand'.
Ø
Duw de ruit zo ver van u af, dat de linkerbeugel (Y), die de ruit geleidt en verbindt met het toestel, kan worden
ontkoppeld. Maak hierbij gebruik van de ronde uitsparing in de beugel (zie Bijlage 3, afb. 10).
Tip!
Ondersteun de ruit met de ene hand en ontkoppel de beugel tegelijkertijd met de andere hand.
Ø
Ontkoppel nu de rechterbeugel (Y) .
Ø
Verwijder de ruit (zie Bijlage 3, afb. 11).
5.11.2 Plaatsen ruit
Het plaatsen van het glasraam gaat in omgekeerde volgorde van het verwijderen zoals hierboven is beschreven
(zie Bijlage 3, afb. 6 t/m 11).
Vermijd/verwijder vingerafdrukken op de ruit, omdat deze inbranden.
!Let op
Neem de volgende aanwijzingen in acht bij het terugplaatsen:
!Let op
Zorg ervoor dat de ruit goed in de parkeerstand komt en vervolgens in de gleuven aan de linker- en rechterzijde
valt!
Druk de ruit eerst op de bovenste hoeken op zijn plek en houd vervolgens de ruit met 1 hand vast voordat de
!Let op
hendel weer naar links wordt geschoven. Anders vallen de nokjes niet over de ruit en zit deze niet goed dicht.
NL
Indien het toestel wordt aangesloten op aardgas (G25/G25.3 alleen Nederland) moet de primaire beluchting
worden gewijzigd door de stelringen te verschuiven (zie paragraaf 5.12.3).
Bij de Tunnel-versie van deze kachel is het belangrijk te weten dat het kantelmechanisme van de ruit zich aan
één zijde van de kachel bevindt. Let hierbij op aan welke zijde van de kachel het kantelmechanisme is
geplaatst.
Voorkom beschadiging bij het verwijderen/plaatsen van de ruit.
Vermijd/verwijder vingerafdrukken op de ruit, omdat deze inbranden.
IN S TA L L AT IE HA N DL E I DI N G