Machine aan de trekker aanbouwen
(type T)
Let op!
Kans op bekneld raken tussen trekker en
maaier bij bediening van de hefinrichting.
Controleer of zich geen personen rond de
maaier bevinden voordat de hefinrichting
in gebruik wordt genomen.
Bij gebruik van de buitenbediening van de
hefinrichting niet tussen trekker en maaier
komen.
AANWIJZING
Let op vrije toegankelijkheid.
Slangen, kabels en kettingen altijd buiten
het koppelbereik plaatsen.
1) De trekker voorzichting tegen het aanbouwframe rijden
om de snelkoppeldriehoek in de werktuigopname te
brengen.
2) De snelkoppeldriehoek heffen tot de vergrendelingshaak
vastklikt.
3) Trekker tegen wegrollen beveiligen.
4) Met een haarspeldveer de snelkoppeldriehoek in de
werktuigopname borgen.
5) De hefarm zonder speling en in het midden fixeren, zodat
het werktuig niet naar de zijkant toe kan uitzwenken.
6) De lengte van de topstang (16) zo instellen dat de
maaibalk horizontaal is of licht naar voren overhelt. Via
de hellingshoek kan de snijhoogte worden gewijzigd.
De maximale helling mag echter niet groter zijn dan
5°.
7) De maaier in transportpositie heffen.
1200_NL-ANBAU_ANBAUTYP B_0319
AANBOUW AAN DE TREKKER
- 10 -
NL
Let op!
Tussen de trekker
en het werktu-
ig mogen zich
geen personen
bevinden, als
de trekker niet
tegen wegrollen is
beveiligd door de
parkeerrem en/of
door wielblokken!
Verwijder personen
uit de gevarenzo-
ne tussen trekker
en werktuig.
Derden mogen
alleen op afstand
optreden en
dienen voldo-
ende afstand te
bewaren tot de
gevarenzone.