Na elk contact met vreemde objecten
• De toestand van de messen en de mesbevestiging
controleren.
• Alle messchroefverbindingen aanhalen.
• De machine zorgvuldig controleren op beschadigingen.
Vooral de maaischijven en hun aandrijfas goed
controleren.
• Indien nodig de machine door een vakman laten
repareren.
5. Afstand houden bij draaiende motor.
- Er mogen zich geen personen binnen de gevarenzone
van de machine bevinden; er kunnen objecten worden
weggeslingerd.
Bijzondere voorzichtigheid is geboden op percelen met
veel stenen en in de omgeving van wegen.
6. Gehoorbescherming dragen
Afhankelijk van de verschillende trekkercabines kan het
geluidsniveau op de werkplek afwijken van de gemeten
waarde (zie Techn. gegevens).
• Wanneer een geluidsniveau van 85 dB(A) wordt bereikt
of overschreden, moet de ondernemer (landbouwer) een
passende gehoorbescherming ter beschikking stellen
(UVV 1.1 § 2).
2000-NL INgebruIkName_3751
• Wanneer een geluidsniveau van 90 dB(A) wordt bereikt
of overschreden, moet een gehoorbescherming worden
gedragen (UVV 1.1 § 16).
Met topstang (O):
Bij wijziging van de topstanglengte L +/- is een wijziging
van de snijhoogte tussen 3 en 6 cm mogelijk.
TIP
Na het afkoppelen van de maaier, de aankoppelbok weer
in de verticale stand brengen, om te garanderen dat het
snelkoppelraam eenvoudig kan worden uitgeschoven.
Met hoge glijsloffen:
Te gebruiken bij snijhoogtes boven 6 cm.
GEVAAR
levensgevaar door weggeslingerde onderdelen.
•
Controleer voor het begin van de werkzaam-
bsb 447 410
heden alle veiligheidsvoorzieningen, of ze in
de juiste positie staan en of ze zijn beveiligd.
Controleer ook of de veiligheidsvoorzie-
ningen gebreken vertonen die de werking
beïnvloeden.
•
Tijdens het maaien kunnen stenen of ande-
re voorwerpen worden geraakt en wegge-
slingerd. Er mogen zich geen personen
binnen de gevarenzone bevinden.
1. Snijhoogte afstellen door de topstang af te
stellen (maaischijven in een hoek van maximaal
5°).
- 17 -
In gebruIk nemen
Snijhoogte instellen
1)
Maaien
alleen bij schijvenmaaiers
1)
NL