Het apparaat pompt
geen water weg.
De deur is open of
niet goed gesloten.
Interne fout. Geen
communicatie tussen
elektronische ele‐
menten van de ma‐
chine.
De stroomtoevoer is
niet stabiel.
Als het display andere alarmcodes aangeeft, schakel het apparaat
dat uit en weer in. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u
contact op met de Servicedienst.
Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval
van een ander probleem met de wasmachine.
Probleem
Het programma start
niet.
De machine vult zich
met water en pompt
dit direct weg.
• Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
• Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of boch‐
ten heeft.
• Controleer of de afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien
nodig de filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
• Zorg dat de aansluiting van de waterafvoerslang correct is.
• Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder
afvoerfase instelt.
• Stel het afvoerprogramma in als u een optie heeft gekozen
waarbij water in de kuip blijft.
• Controleer of de deur goed gesloten is.
• Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is
te vroeg gestopt. Schakel het apparaat uit en weer aan.
• Als de alarmcode weer verschijnt, neem dan contact op
met een erkend servicecentrum.
• Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
Mogelijke oplossing
• Controleer of de netstekker is aangesloten op het stopcon‐
tact.
• Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
• Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorge‐
brand.
• Verzeker u ervan dat Start/Pauze - Départ/Pause
diend is.
• Als de uitgestelde start is ingesteld, annuleert u deze func‐
tie of wacht u tot de afloop van de afteltijd.
• Schakel het kinderslot uit.
• Controleer de stand van de knop op het gekozen program‐
ma.
• Zorg dat de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt.
De slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-in‐
structies'.
NEDERLANDS
39
be‐