Inhoudsopgave
Advertenties
Maaien met de kneuzer
Het kneuseffect kan gewijzigd worden.
- Met de handhendel (13) wordt de afstand tussen de
kneuzerklep en de rotor versteld.
In de bovenste stand is de kneuzing het sterkst (Pos.
3)
Het voer mag echter niet geplet worden.
13
juiste riemspanning
Het uiteinde van de markering (1) moet vlak aansluiten
op de sluitring, dan is de riemspanning correct.
Positie van de rotortanden
Pos. z1: Stand van de rotortanden voor normaal gebruik.
Pos. z2: Voor zware omstandigheden, bijvoorbeeld als
het gewas zich rond de rotor-as wikkelt.
De rotortanden 180° draaien (pos.Z2). Deze tandenpositie
lost in de meeste gevallen het probleem op. Het kneuzing-
seffect wordt daardoor iets verkleind.
1800-DE AufbErEitEr_3783
Onderhoud van de rotortanden:
1. Vervangen van de tandbevestiging
Als de tandbevestiging sterke slijtage laat zien, moeten
de betroffen componenten worden vervangen. (Tanden,
schroeven, spanhulzen, ...)
3
zwadbreedte bij het maaien met de
De zwadbreedte bij het maaien met de kneuzer wordt met
de geleideplaten ingesteld.
let op
De beneden beschreven instellingen moeten worden
gezien als basisinstelling. Op basis van de verschillende
voertypen, kan de optimale zwadbreedte eventueel bij
het eerste gebruik worden bepaald.
1
breed strooien
- Zwadplaten (S) helemaal naar buiten zwenken
- Positie van de geleideplaten instellen (zie afb. (B))
S
- 28 -
Tandenkneuzer
kneuzer
278-09-52
NL
S
B
Advertenties
Inhoudsopgave
