Maaihoogte instellen
Voorwaarde
•
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor.
•
Hefarmen van de tractor goed ingesteld.
•
Ontlasting en hoogtepositie goed ingesteld.
•
Machine op een vlakke, stabiele ondergrond geparkeerd in de werkpositie.
Werkwijze
►
Topstang verstellen en de maaihoogte zo instellen dat de glijsloffen aan de onderzijde
van de maaibalk over de gehele oppervlakte op de grond rusten.
Topstang goed ingesteld!
NIET ZO! Topstang verkeerd ingesteld!
NIET ZO! Topstang verkeerd ingesteld!
►
Instelling tijdens gebruik op de eerste meters maaien controleren aan de hand van het
maaipatroon.
▷
Als de maaihoogte 50-60 mm is, is de topstang correct afgesteld.
▷
Als de maaihoogte minder is dan 50 mm of meer dan 60 mm, moet de instelling van
de topstang worden gecontroleerd en, indien nodig, worden gecorrigeerd.
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing NOVACAT 301 a-motion
3763.nl.80W.0
Gebruik
PRO
| 63