8. VOORKOMENDE PROBLEMEN
Probleem
Vermoedelijke oorzaak
Niets werkt na
1.
inschakelen
2.
3.
Meetwaarde niet
1.
stabiel
2.
3.
4.
5.
"OR" op bovenste
1.
display
2.
3.
Temperatuur
1.
weergave
2.
onstabiel of geeft
"OR" aan.
Trage reactie
1.
De Cyberscan
1.
HOLD toets actief.
reageert niet op de
toetsen.
16
Geen batterijen.
Batterijen ( + en – polen) verkeerd
om geplaatst.
Batterijen leeg.
Luchtbellen in de electrode.
Vervuilde electrode.
Uitwendige oorzaak. Storing van
nabije elektrische apparaten of
motoren.
Elektrode niet diep genoeg in de
vloeistof
Gebroken elektrode.
Elektrode is kortsluiting.
Elektrode is buitenwerking.
Gebroken elektrode.
Temperatuur sensor is vies.
Temperatuur of oplossing zijn buiten
bereik.
Vervuilde elektrode
Oplossing
1.
Batterijen in houder plaatsen.
2.
Polen in de juiste stand
plaatsen.
3.
Vervang batterijen of sluit
netadapter aan.
1.
Electrode schudden in de
vloeistof.
2.
Electrode reinigen.
3.
Storende bron uitschakelen.
4.
Elektrode dieper in de
vloeistof of deze bijvullen.
5.
Electrode vervangen . zie blz
22
1.
Test elektrode. Kijk of de
elektrode aan de meter is
aangesloten.
2.
Gebruik verschillende
oplossingen.
3.
Vervangende elektrode. Zie
bladzijde 22.
1.
Maak de temperatuur sensor
schoon met alcohol.
2.
Warme of koude oplossing.
1.
Elektrode reinigen of
regenereren.
1.
HOLD toets indrukken.