Bediening ISOBUS
Ontlasting instellen
TIP
De ontlasting wordt gelijktijdig ingesteld door de betreffende knop op beide achtermaai-
eenheden in te drukken.
Als gevolg van het ontwerp kan er vertraging optreden in de drukvereffening tussen de bei-
de achtermaai-eenheden, die zich echter na korte tijd automatisch aanpast.
TIP
Ontlasting zodanig instellen dat de maaibalken aan de buitenzijde met ongeveer 70 kg
(standaardinstelling) op de grond rusten.
Voorwaarde
•
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor en beveiligd.
•
Terminal ingeschakeld en menu "WORK" opgeroepen.
•
Maaieenheden in zweefpositie.
Werkwijze
►
Ontlastingsdruk verhogen (contactdruk van de maaibalk op de grond wordt lager): op de
functietoets met symbool
►
Ontlastingsdruk verlagen (contactdruk van de maaibalk op de grond wordt hoger): op de
functietoets met symbool
►
Gewicht van de maaibalken volledig naar buiten controleren en instellen, indien nodig,
herhalen.
TIP
Ontlasting bij nat weer of zwaar, vochtig maaisel dienovereenkomstig verhogen = Het
gewicht waarmee de maaibalk op de grond rust, wordt verminderd.
Tegelijkertijd moet de rijsnelheid dienovereenkomstig worden verlaagd om te voorko-
men dat de maaier bij hogere rijsnelheden springt (door het verminderen van de bo-
demaanpassing).
Brede zwadplaatsing gebruiken
Voorwaarde
•
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor en beveiligd.
•
Terminal ingeschakeld en menu "WORK" opgeroepen.
•
Achtermaaier in de werkpositie.
•
Frontmaaier in de werkpositie.
120 |
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing /ED CL /RC CL
drukken.
drukken.
3880.nl-NL.80X.1