Gebruik van de functieknop
De opnamefuncties enz. die geregistreerd zijn in [Fn
knopinst.] van het [Voorkeuze]-menu kunnen toegekend
worden aan de (functie) knoppen [Fn1] en de iconen van
[Fn2] en [Fn3].
U kunt de toegekende functies gebruiken door op de
knoppen voor [Fn1] te drukken en door de iconen voor [Fn2]
en [Fn3] aan te raken.
•
Om [Fn1] te gebruiken, dient u [Q.MENU/Fn1] van het
[Voorkeuze]-menu op [Fn1] te zetten.
Raak [Fn1], [Fn2] of [Fn3] aan in [Fn knopinst.] in het
[Voorkeuze]-menu.
Raak de functie aan die u wilt toekennen.
•
Ken uw favoriete functie toe aan [Fn1], [Fn2] en [Fn3].
•
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
25
(DUT) VQT4F86