Opnamefunctie:
Beelden maken m.b.v. de automatische functie
(Intelligente Automatische Functie)
In deze modus maakt de camera optimale instellingen voor het onderwerp en de scène,
dus wordt het aanbevolen als u wenst de instellingen aan de camera over te laten zonder
erover na te moeten denken.
Zet de opnamemodus op [
•
De Defocus Control kan ingesteld worden door [ ] op het
opnamescherm aan te raken en vervolgens [
•
Als het onderwerp aangeraakt wordt, werkt AF Tracking. Het is ook
mogelijk door de cursorknop naar 2 te duwen en de sluiterknop tot
halverwege in te drukken.
∫ Over [¦] knop
Door op de [¦]-knop te drukken, kunt u schakelen
tussen de Intelligent Auto modus (
opnamemodus en andere modussen.
•
Als de opnamemodus
branden (lampje gaat uit tijdens het opnemen).
∫ Scènedetectie
Wanneer het toestel de optimale scène identificeert, wordt de icoon
van de scène in kwestie in het blauw gedurende 2 seconden
afgebeeld, waarna die terugkeert naar zijn gewoonlijke rode kleur.
Afhankelijk van de gedetecteerde scène kan de camera [
weergeven, hetgeen u in staat stelt om de door de camera
aanbevolen effecten te selecteren.
20
VQT4F86 (DUT)
].
of
) van de
of
is, zal de [¦]-knop gaan
] aan te raken.
]