De Lens veranderen
Door de lens te veranderen, zult u de opties die u heeft voor het maken van foto's en dus
het plezier met de camera doen toenemen. Verander de lens m.b.v. de volgende
procedure.
•
Controleer dat het toestel uitstaat.
Voorbereiding: Bevestig de lensdop.
Terwijl u op de ontgrendelknop van de lens A drukt,
draait u de lens naar de pijl, tot de lens stopt waarna
u deze verwijdert.
Voorbereiding: Verwijder de lensdop aan de achterkant van de lens.
•
Als de toesteldop op het toestel zit, verwijder deze dan.
Lijn de pasmarkeringen voor de lens A (rode markeringen) uit en draai
vervolgens aan de lens in de richting van de pijl totdat deze klikt.
•
Druk niet op de vrijgaveknop van de lens B als u een lens aanbrengt.
12
VQT4F86 (DUT)
De lens losmaken
Bevestigen van de lens