Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Veranderen Naar Een Ander Type Gas; Over De Koolstofdioxide-Instelling - Daikin Altherma EHYKOMB33AA Gebruikershandleiding En Installatie-Instructies

Verberg thumbnails Zie ook voor Altherma EHYKOMB33AA:
Inhoudsopgave

Advertenties

zakt, wordt de brander ingeschakeld tot de temperatuur opnieuw
hoog genoeg is. Wanneer vorstbeveiliging actief is, wordt
weergegeven op het servicedisplay.

Veranderen naar een ander type gas

VOORZICHTIG
Werken aan gasgeleidende onderdelen mogen ALLEEN
worden uitgevoerd door een gekwalificeerd, competent
persoon. Leef ALTIJD de lokale en nationale voorschriften
na. De gasklep is verzegeld. In België MOET elke wijziging
aan de gasklep worden uitgevoerd door een erkende
vertegenwoordiger van de fabrikant. Voor meer informatie,
neem contact op met uw verdeler.
Als een ander type gas is aangesloten op het apparaat dan dat
waarvoor het apparaat is ingesteld door de fabrikant, MOET de
gasmeting
worden
vervangen.
gassoorten zijn op bestelling leverbaar. Zie
voor de gasboiler" op
pagina 9.
1 Schakel de ketel uit en isoleer de ketel van de stroom.
2 Sluit de gastap af.
3 Verwijder het voorpaneel van het apparaat.
4 Schroef de koppeling (a) boven de gasklep los en draai de
gasmengleiding naar achteren (b).
5 Vervang de O-ring (c) en de gasbeperking (d) door de ringen
van de omzettingsset.
6 Monteer opnieuw in omgekeerde volgorde.
7 Open de gastap.
8 Controleer
de
gasaansluitingen
gasdichtheid.
9 Schakel de voeding in.
10 Controleer de gasaansluitingen na de gasklep op gasdichtheid
(tijdens werking).
11 Controleer nu de instelling van het CO
instelling ( in display) en lage instelling ( in display).
12 Plaats een sticker die het nieuwe gastype aangeeft op de
onderzijde van de gasboiler, naast het naamplaatje.
13 Plaats een sticker die het nieuwe gastype aangeeft naast de
gasklep, over de aanwezige sticker.
14 Zet het voorpaneel terug op zijn plaats.
EHYKOMB33A
Daikin Altherma hybride warmtepomp – gasketelmodule
4P353067-1F – 2018.04
Ombouw
sets
t.b.v.
andere
"5.2.1  Mogelijke opties
voor
de
gasklep
op
-percentage bij hoge
2
b
a
a
Koppeling
b
Gasmengleiding
c
O-ring
d
Gasmeterring
INFORMATIE
De gasboiler is geconfigureerd om te werken met gas van
het type G20 (20  mbar). Indien echter gas van het type
G25 (25  mbar) aanwezig is, kan de gasboiler nog steeds
zonder wijzigingen worden gebruikt.

Over de koolstofdioxide-instelling

De CO
-instelling is ingesteld in de fabriek en heeft in principe geen
2
aanpassingen nodig. De instelling kan worden gecontroleerd door
het CO
-percentage in de verbrandingsgassen te meten. In geval
2
van een mogelijke storing van de aanpassing, moet de vervanging
van de gasklep of de omzetting naar een ander gastype worden
gecontroleerd en indien nodig ingesteld volgens de onderstaande
instructies.
Controleer altijd het CO
-percentage wanneer het deksel open staat.
2
De koolstofdioxide-instelling controleren
1 Schakel de warmtepompmodule uit met behulp van de
gebruikersinterface.
2 Schakel de gasboiler uit met de
servicedisplay.
3 Verwijder het voorpaneel van de gasboiler.
4 Verwijder het monsterpunt (a) en voer een geschikte
schoorsteengasanalysesonde in.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
8 Configuratie
c
d
-knop.
verschijnt op het
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave