Algemene veiligheidsinformatie
2.4
Veiligheidsinstructies voor de werking
De machine alleen gebruiken als deze zich in een technisch
onberispelijke staat bevindt, rekening houden met alle mogelijke
veiligheids- en gevaaraspecten en de instructies in de
bedrijfshandleiding naleven.
Bij een werkonderbreking de machine uitschakelen met de
hoofdschakelaar en met een hangslot tegen inschakelen beveiligen.
Beveilig de machine altijd tegen gebruik door onbevoegden
(stroomloos maken)!
In situaties die een gevaar vormen voor het bedieningspersoneel of
de machine, kan de machine door het indrukken van de NOOD-UIT-
knop worden stilgezet.
Machine bij windsnelheden >72 km/h stilzetten en naar beneden
brengen. (Windkracht 7-8, wind breekt takken van de bomen,
bemoeilijkt het lopen aanzienlijk!)
Niemand mag zich onder de machine bevinden. De opdrachtgever
moet voor een geschikte afzetting van de gevarenzone zorgen.
(Afrastering resp. grondkooi monteren).
Op laadplaatsen moeten vanaf een valhoogte van 2,0 m
valbeveiligingen zijn aangebracht, om het neerstorten van personen
te voorkomen. (etagebeveiligingsdeuren monteren).
Personen die met het platform meegaan, moeten de instructies
van de voorman opvolgen, vooral niet over de platformwanden heen
leunen en niet over het materiaal dat wordt getransporteerd heen
klimmen.
Bedrijfshandleiding
18 / 112
®
GEDA
1500 Z/ZP / 1500 Z/ZP 3
BL162 NL uitgave 08.2017