4.3 I Het vuil uit de motor verwijderen
Vóór het begin van deze operati e en om ernsti ge verwondingen te voorkomen:
• De fi lterpomp stoppen.
• Ontkoppel de robot van de slang.
• Druk op de knop bovenaan en ti l de klep op (zie afb eelding
• Verwijder vuil dat zich heeft opgehoopt (zie afb eelding
• Duw de schoepen van de motor indien nodig naar voren en naar achteren om de vuildeeltjes los te maken die gekneld
zitt en en verwijder het vuil. Als u de schoepen verplaatst, controleer dan of de rupsbanden van de motor vrij draaien
en correct gesynchroniseerd zijn met de beweging van de schoepen onder de robot.
• Verwijder ook vuil dat zou kunnen kleven in de zuigmond.
• Sluit de kap van de robot en controleer of deze goed vergrendeld is.
4.4 I Rupsbanden vervangen
• Plaats de robot op een kant.
• Begin aan een van de wielen, trek aan de binnenkant van de rupsband om het wiel los te maken
Verwijder de rupsband vervolgens van de robot.
• Om de nieuwe rupsband aan te brengen, breng de binnenkant van de rupsband aan over de groeven van het kleine
wiel en op een van de grote wielen.
• Trek de rupsband over het laatste wiel
wielen te plaatsen. Controleer of de rupsband onder de geleider loopt.
).
) en ook onder de robot (zie afb eelding
(zie afb eelding
). Druk de rupsband aan om deze goed op de groeven van de
).
NL
(zie afb eelding
).
12