3
In selcall-modus, druk op de <B en C> toetsten, draai de
selecteur of voer het juiste nummer in door middel van de
DTMF-toetsen voor het selecteren van de ID van het station
dat u wilt bellen.
•
U kunt ook de S of
Dialing (handmatige bel)-modus te gaan. Met behulp van Manual
Dialing kunt u cijfers invoeren met de DTMF-toetsen of selecteur.
Wanneer u de selecteur gebruikt, draait u deze om een cijfer te
selecteren, en drukt u op de C> toets om het cijfer te accepteren.
Herhaal dit proces totdat de hele ID is ingevoerd.
4
Druk op de S toets om naar de statusmodus te schakelen.
5
Druk op de <B en C> toetsten, draai de selecteur of voer het
juiste nummer in door middel van de DTMF-toetsen voor het
selecteren van de status-ID die u wilt zenden.
•
U kunt ook de S of
Dialing (handmatige bel)-modus te gaan. Met behulp van Manual
Dialing kunt u cijfers invoeren met de DTMF-toetsen of selecteur.
Wanneer u de selecteur gebruikt, draait u deze om een cijfer te
selecteren, en drukt u op de C> toets om het cijfer te accepteren.
Herhaal dit proces totdat de hele ID is ingevoerd.
6
Druk op de PTT-schakelaar om de oproep te maken of op de
Zijde 2 toets om de geselecteerde ontvanger op te roepen.
•
U kunt ook op de Oproep 1 of Oproep 2 toets drukken om hun
voorgeprogrammeerde statusberichten te verzenden.
•
"
verzonden.
■ O
NTVANGEN
Bij het ontvangen van een statusoproep knippert het
pictogram en verschijnt een ID van de oproeper of een
tekstbericht.
Druk op een toets om terug te keren naar normaal gebruik.
N-26
toets ingedrukt houden om naar de Manual
toets ingedrukt houden om naar de Manual
" verschijnt wanneer de oproep succesvol is