■ I
DENTIFICATIECODES
Een ID-code is een combinatie van een 3-cijferig Fleetnummer en
een 4-cijferig ID-nummer. Elke zendontvanger moet zijn eigen
Fleet- en ID-nummer hebben.
•
Voer een fleetnummer in (100 - 349) om een groepsoproep te maken.
•
Voer een ID-nummer in (1000 - 4999) om een individuele oproep in
uw vloot te maken.
•
Voer een fleetnummer in om een oproep te doen aan alle eenheden in
de geselecteerde vloot (Vlootoproep).
•
Voer een ID-nummer in om een oproep te maken naar de
geselecteerde ID in alle vloten (Supervisoroproep).
•
Selecteer "ALL" Fleet en "ALL" ID om een oproep te maken aan alle
eenheden (Omroep-oproep).
Opmerking: De ID kan begrenst zijn door programmering.
S
TATUSBERICHT
U kunt 2-cijferige statusberichten zenden en ontvangen die
afgesproken zijn binnen uw groep. Statusberichten kunnen
uiteenlopen van 10 tot 99 (80 - 99 zijn gereserveerd voor speciale
berichten). Ieder statusbericht kan maximaal 16 alfanumerieke tekens
bevatten.
Er kunnen maximaal 5 ontvangen statusberichten worden
opgeslagen in het wachtrijgeheugen van uw zendontvanger. Deze
opgeslagen berichten kunnen na ontvangst bekeken worden.
Afhankelijk van de instellingen die uw dealer heeft gemaakt, worden
wanneer het wachtrijgeheugen vol is bij een nieuw bericht of het
oudste berichten gewist, of het nieuwe bericht wordt niet opgeslagen
in het wachtrijgeheugen. Het
bericht in het wachtrijgeheugen wordt opgeslagen.
■ Z
ENDEN
1
Selecteer de gewenste zone en het gewenste kanaal.
2
Druk op de toets die is geprogrammeerd als Status om naar
de statusmodus te schakelen of Selcall + Status om naar de
selcall-modus te schakelen.
•
Bij het schakelen naar de statusmodus met de Status toetst, is
de ID van het station vast en kan niet worden geselecteerd.
Ga naar stap 5.
pictogram licht op wanneer een
N-25